Paragraaf 5.4: Leven in oorlogstijd

Wie beschouwde zich als übermenschen?
A
Zigeuners
B
Asiaten
C
Joden
D
Arische bevolking
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wie beschouwde zich als übermenschen?
A
Zigeuners
B
Asiaten
C
Joden
D
Arische bevolking

Slide 1 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de Endlösung?
A
De systematische vernietiging van Joden
B
Een militaire campagne tegen de Sovjetunie
C
Een plan voor Europese unificatie
D
Een strategie voor economische groei

Slide 2 - Quizvraag

Welk land had de meeste slachtoffers?
A
Frankrijk
B
Sovjetunie
C
Duitsland
D
Verenigde Staten

Slide 3 - Quizvraag

Waarom bombardeerden landen burgers tijdens de oorlog?
A
Om voedselvoorraden te vernietigen.
B
Om hun eigen burgers te beschermen.
C
Om het moreel van de vijand te breken.
D
Om strategische militaire doelen te raken.

Slide 4 - Quizvraag

5.4: Leven in oorlogstijd
De oorlog had impact op veel mensen. Er vond op grote schaal vernietiging van mensen en gebouwen plaats.
Leerdoel: Je weet wat de Tweede Wereldoorlog voor de Europese burgers betekende.

Slide 5 - Tekstslide

Bombardementen
  • Zowel de Duitsers als de geallieerden
  • Strategische doelen, zoals fabrieken en infrastructuur
  • Vooral tegen de burgers!
  • Vijand tot overgave dwingen
  • Breken van het moreel

Slide 6 - Tekstslide

Blitz
  • Duitsland verliest 'Slag om Engeland'
  • Hitler: Moreel breken, massa bombardementen Britse steden
  • Kinderen naar 'veilige' platteland gestuurd, de rest in schuilkelders
  • Onbemande raketten: V1 en V2
  • 'Vergelding'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oorlog in Duitsland
  • Geallieerden bombarderen Duitsland plat; wegen, spoor, wapenfabrieken, steden, etc.
  • Hoop op opstand tegen Hitler
  • Kwam er niet; Duitsland was een dictatuur, harde straf op kritiek
  • Veel 'geloof' in overwinning door nazi propaganda

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Verzet tegen Hitler
  • Operatie Walküre
  • Complot van Duitse officieren om Hitler te vermoorden
  • Hierna zou vrede moeten worden gesloten met de geallieerden
  • Aanslag mislukt, daders opgepakt en geëxecuteerd

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vernietiging in het oosten
  • Meeste slachtoffers: Sovjet-Unie
  • Stalin zet alles op alles om 'Grote Vaderlandse Oorlog' te winnen
  • Mensenleven telde niet!
  • 'Geen stap terug' commando
  • Ongeorganiseerd, onvoorbereid, onmogelijke opdrachten

Slide 13 - Tekstslide

Sovjet-leger
  • Groot leger, maar te weinig wapens en te weinig geschikte leidinggevende
  • Zuivering van Stalin onder officieren
  • Sovjet-leger veel groter, maar duurt jaren om Duitsland te verslaan

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De Amerikanen bombardeerden overdag, de Britten 's nachts. Noem een voordeel en een nadeel van 's nachts bombarderen.

Slide 16 - Open vraag

Noem een reden waarom de Amerikanen overdag zouden bombarderen.

Slide 17 - Open vraag

Benoem een reden waarom veel Duitsers niet in opstand komen tegen Hitler.

Slide 18 - Open vraag

Benoem twee redenen waarom er in de Sovjet-Unie zoveel slachtoffers vielen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 19 - Open vraag

Wat was een doel van het evacueren van kinderen?
A
Versterken van plattelandsgemeenschappen
B
Opleiding in landbouwtechnieken
C
Vermijden van stadsdrukte
D
Bescherming tegen luchtbombardementen

Slide 20 - Quizvraag

Waarom geloofden veel Duitsers in de overwinning?
A
Economische crisis in Duitsland
B
Nederlaag in de Eerste Wereldoorlog
C
Propaganda van de nazi's
D
Internationale steun voor Duitsland

Slide 21 - Quizvraag

Wat was het doel van operatie Walküre?
A
De staatsgreep tegen Hitler
B
De aanval op Engeland
C
De bevrijding van concentratiekampen
D
De verovering van Rusland

Slide 22 - Quizvraag

Hoe werd de Tweede Wereldoorlog in de Sovjetunie genoemd?
A
De Wereldoorlog
B
De Tweede Grote Oorlog
C
De Oorlog tegen het Fascisme
D
De Grote Vaderlandse Oorlog

Slide 23 - Quizvraag