3v - vr260124

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Interroger
• Corriger
• Grammaire
• Au travail
• Les devoirs

• But: weten hoe je de passé composé maakt van de werkwoorden op -er/-ir/re
  

Interroger

prendre le vélo

1. te voet gaan
2. de fiets nemen
3. de bus nemen
4. met de auto gaan

la poubelle

1. het afval
2. de afvalbak
3. de omgeving
4. de kip

dormir

1. slapen
2. vermijden
3. vertrekken
4. gaan

les environs

1. het verblijf
2. de ervaring
3. de omgeving
4. het gemiddelde

het uitstapje

het afval

milieubewust

het afval

Corriger

Ex. 15

Page 106

Exercice 15

1. as passé 
2. ai voyagé 
3. ai fait
4. ai été 
5. avons pris

Grammaire

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -er?

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -ir?

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -re?

Grammaire - être huis

Hoe vervoeg je het werkwoord être in de présent?

Grammaire - PC met être

• Als je in het Nederlands het hww hebben gebruikt, gebruik je in het Frans avoir.

• Als je in het Nederlands het hww zijn gebruikt, gebruik je in het Frans être

Ik heb een kaartje gekocht: j'ai acheté un billet

Ik ben naar de bioscoop gegaan: je suis allée au cinéma

Grammaire - PC met être

Wanneer de PC wordt vervoegd met hww être kán er een extra -e, -s of -es achter het voltooid deelwoord komen

mannelijk ev: - 

vrouwelijk ev: -e

mannelijk mv: -s

vrouwelijk mv: -es

Grammaire - PC met être

Michel dit: je suis allé au cinéma

Sophia dit: je suis allée au cinéma

Michel et Sophia disent: nous sommes allés au cinéma

Sophia et sa mère disent: nous sommes allées au cinéma

Au travail

Ex. 16

Verbuga Pro

Les devoirs

Mardi le 30 janvier

Apprendre: blokje E nf/fn (chapitre 3)

Faire: ex. 16 en Verbuga pro e(inloggen: elyceu, ww: leerling)