Spelling i/ie

Woorden met 'i' of 'ie'
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden met 'i' of 'ie'

Slide 1 - Tekstslide

Ken jij een woord met -ie-

Slide 2 - Open vraag

Ken jij een woord met -i-

Slide 3 - Open vraag

lesdoel
Ik kan woorden met i en ie (klank /ie/) correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Weet woorden
Woorden met  i en ie zijn weetwoorden.

Je schrijft meestal ie als je ie hoort. 

Woorden waarbij je een i in plaats van ie schrijft, 
moet je onthouden.

Slide 6 - Tekstslide

ri vier

Er is een open gedeelte en een gesloten gedeelte.
Achter de i is het open.
De ie zit opgesloten tussen de v en de r.

De i die klinkt als ie zit altijd in een open gedeelte, hij staat aan het eind van een klankgroep.
Nog een paar van zulke woorden:
Er is een open klankgroepen en een gesloten klankgroepen.

De i die klinkt als ie zit altijd in een open gedeelte, maar dit is dus de i.

Ri   vier

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Koff_
Koff_

Slide 9 - Open vraag


Koff_
Koff_

Slide 10 - Open vraag

koff_
Koff_
Koff_

Slide 11 - Open vraag

l_monade
Koff_
Koff_

Slide 12 - Open vraag

muz_k
Koff_
Koff_

Slide 13 - Open vraag

kn_
Koff_
Koff_

Slide 14 - Open vraag

januar_
Koff_
Koff_

Slide 15 - Open vraag

p_stool
Koff_
Koff_

Slide 16 - Open vraag

k_w_
Koff_
Koff_

Slide 17 - Open vraag


Koff_
Koff_

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

pol_t_
Koff_
Koff_

Slide 20 - Open vraag

de olifant
de verdieping
de foss..len
de l..ter
de m..renhoop
het f..guur
pr..ma
muz..k

Slide 21 - Sleepvraag

oefendictee
 Thema 2, week 3
Les 10

Opgave 1i

Slide 22 - Tekstslide