28/11, Kijk en luistervaardigheid I- gevaarlijke honden

Nederlands
donderdag 28 november

- inleveren HW: zakelijke brief + korte reflectie
- OTIS
- Kijk- en luistervaardigheid

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
donderdag 28 november

- inleveren HW: zakelijke brief + korte reflectie
- OTIS
- Kijk- en luistervaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
- Je weet hoe je moet kijken en luisteren naar televisiefragmenten;

- Je kunt feiten en meningen van elkaar onderscheiden;

- Je kunt belangrijke informatie uit een fragment halen.

Slide 2 - Tekstslide

kritisch kijken en luisteren
- onderwerp
- hoofdgedachte
- deelonderwerpen
- signaalwoorden
- functie beelden
- doel fragment
--> altijd kritisch kijken en luisteren!

Slide 3 - Tekstslide

Meningen en feiten
* Er zijn televisieprogramma's die je willen

- overtuigen van hun mening
- informeren over een onderwerp
- activeren om bijvoorbeeld ergens lid van te worden

VB: Talkshows (Eva, Humberto, BarLaat): anderen proberen te overtuigen van hun mening. 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken:
* Programma's zien er mooi uit, mooie muziek, mooie beelden, het zit goed in elkaar.
* Er wordt ingespeeld op je gevoel: bijvoorbeeld medelijden of zielig gevoel.
* Door beelden, door de vertelstem of door de spreker worden argumenten aangedragen om jou te overtuigen

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp geeft antwoord op de vraag: 
Waar gaat het programma / fragment / film over?

De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 
Wat zegt de maker van het programma over dit onderwerp? 

Slide 6 - Tekstslide

Letten op:
* Luister en kijk goed en precies
* Let op trucjes die gebruikt worden om jou te overtuigen
* Bedenk of de feiten, die gegeven worden, kloppen
* Bedenk wat je eigen mening is over het onderwerp dat besproken wordt

Slide 7 - Tekstslide

Kijk en luistervaardigheid - Gevaarlijke honden

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Arjen Lubachs 'Avondshow'
* Jullie gaan kijken naar een onderwerp dat is behandeld door Arjen Lubach.
* Probeer de theorie die je net hebt geleerd te herkennen in dit fragment.
* Beantwoord na elk fragment de vragen op het antwoordformulier.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

1. 'Sommige honden zijn superlief, maar andere zijn levensgevaarlijk'
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 12 - Quizvraag

2. Op welke manier geeft Arjen voorbeelden over recente incidenten
A
actuele krantenkoppen
B
eigen ervaringen van mensen
C
een filmpje
D
niet

Slide 13 - Quizvraag

3. Zijn de voorbeelden die Arjen aandraagt betrouwbaar?
Zo ja, waarom wel en zo nee, waarom niet?

Slide 14 - Open vraag

4. 'Ik ben helemaal klaar met gevaarlijke honden'
A
standpunt
B
argument
C
weerlegging
D
conclusie

Slide 15 - Quizvraag

5. 'Je hebt toch gewoon het recht om veilig over straat te lopen'
A
standpunt
B
argument
C
weerlegging
D
conclusie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

6. Waarom komen niet alle bijtincidenten in het nieuws?

Slide 18 - Open vraag

7. Hoe komt de pitbull aan zijn naam?

Slide 19 - Open vraag

8. Arjen maakt in dit fragment een vergelijking. Beschrijf de vergelijking en waarom maakt hij deze vergelijking?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

9. Wat is vaak het probleem met de baasjes van de gevaarlijke honden?

Slide 22 - Open vraag

10. 'dus ook professionele baasjes hebben hun hond niet altijd onder controle'
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 23 - Quizvraag

11. In dit fragment probeert Arjen de kijkers te overtuigen dat er echt gevaarlijke honden zijn. Hoe doet hij dit?
A
Door feiten op te sommen
B
Door zijn standpunt te geven
C
Door zijn mening te geven
D
Door grapjes te maken

Slide 24 - Quizvraag

12. Ook in Amerika zijn er veel bijtincidenten. Arjen noemt het aantal vechthonden in Amerika. Hoeveel procent is dan van de totale aantal honden
A
25%
B
10%
C
50%
D
6%

Slide 25 - Quizvraag

13. Hoeveel procent is dat in Nederland?
A
50%
B
10%
C
Weten we niet omdat dit niet gemeten wordt
D
70%

Slide 26 - Quizvraag

14. De plastisch chirurgen opereren vaak bijtincidenten. Welke antwoorden zijn juist?
A
1 op de 10 is baby
B
1 op de 5 is baby
C
25% is kind
D
50% is kind

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

15. Welke honden zijn wel verboden geweest in Nederland?

Slide 29 - Open vraag

16. Waarom is deze pitbullwet in Nederland afgeschaft?

Slide 30 - Open vraag

17. 'Hoe kwam het dat het aantal bijtincidenten gelijk bleef'
A
Er kwamen minder pitbulls
B
Mensen gingen andere honden fokken
C
Er kwamen meer pitbulls
D
Er kwam een verbod op alle gevaarlijke honden

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

18. Wat is het verschil tussen Nederland en veel andere landen?

Slide 33 - Open vraag

19. Arjen benoemt verschillende honden die verboden zijn in andere landen. Een van de honden lijkt op een hond uit een kinderprogramma. Welk programma is dit?

Slide 34 - Open vraag

20. Waarom twijfelt Arjen of bully xl Amora echt wel zo'n lieve hond is?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

21. De Alano is een verboden hond. Arjen Lubach vindt deze hond op iemand lijken. Op wie?
A
Op God
B
Op de Duivel
C
Op een engel
D
Op een boxer

Slide 37 - Quizvraag

22. Staat de studio, waar het programma gemaakt wordt, het in Den Helder. Zo ja, waaruit blijkt dat, zo nee, waarom zegt hij dan dat de studio in Den Helder staat?

Slide 38 - Open vraag

23. 'Overheid doe iets, namens de plastisch chirurgen, alle mensen die wel eens buiten komen en mijzelf'
A
standpunt
B
argument
C
weerlegging
D
conclusie

Slide 39 - Quizvraag

Algemene vragen over het filmpje
Als je geen tijd meer hebt voor de algemene vragen in de les, zijn deze vragen huiswerk voor volgende week. 


Slide 40 - Tekstslide

24. Wat is het onderwerp van dit filmpje? Geef je antwoord in maximaal drie woorden.

Slide 41 - Open vraag

25. Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje? Geef je antwoord in een hele zin.

Slide 42 - Open vraag

26. Wat is het doel van dit fragment? Er zijn meer antwoorden goed.
Informatie geven /amuseren /instructie of uitleg geven /overtuigen / overhalen/ gevoelens of emoties oproepen/ meningen laten zien

Slide 43 - Open vraag

27. Geef antwoord in een hele zin. Leg uit hoe de makers van het programma hun doel proberen te bereiken.

Slide 44 - Open vraag

28. Geef antwoord in een hele zin. Hebben de makers bij jou het doel bereikt? Leg uit waarom wel of niet.


Slide 45 - Open vraag

29. Geef antwoord in een hele zin. Ben jij het er mee eens dat gevaarlijke honden verboden zouden moeten worden? Leg uit waarom wel of niet.


Slide 46 - Open vraag

leerdoelen
- Je weet hoe je moet kijken en luisteren naar televisiefragmenten;

- Je kunt feiten en meningen van elkaar onderscheiden;

- Je kunt belangrijke informatie uit een fragment halen.

Slide 47 - Tekstslide

huiswerk week 49:
maandag 2 december:
- doornemen conventies zakelijke brief (blz. 203+204 NN)

dinsdag 3 december:
- opdracht werkwoordspelling en interpunctie af (uitgedeeld in de les)

donderdag 5 december:
- opdracht OTIS af

Slide 48 - Tekstslide