Par. 3.2 Snelle groei van fabrieken en steden

Leerdoelen opschrijven
1. Waardoor groeiden de steden in de 19de eeuw?
2. Noem de twee kenmerken van massaproductie. 
3. Noem een nadeel en drie  voordelen van massaproductie. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
1. Waardoor groeiden de steden in de 19de eeuw?
2. Noem de twee kenmerken van massaproductie. 
3. Noem een nadeel en drie  voordelen van massaproductie. 

Slide 1 - Tekstslide

Studiewijzer
07/04: Par. 3.1 Kenmerken van de industriële samenleving
11-12/4: Par. 3.2 Snelle groei van fabrieken en steden
14/04: Par. 3.3 Overgang handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme
18/04: Tweede Pasen
21/04: Par. 3.3  Overgang handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme
MEIVAKANTIE
09-10/05: Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
12/05:   Par. 3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking
16-17/05: Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
19/05:  Par. 3.5 Conflicten tussen kapitaal en arbeid
23-24/05: Uitleg PO
30/05: -
31/05:Presentatie
02/06: Presentatie
(Pinksteren)
09/06 Herhaling









Toetsweek 3
Par. 3.1,  3.2, 3.3, 3.4 en 3.5

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg par. 3.2 
2. Huiswerk bespreken
3. Opdrachten maken 
4. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

3

Slide 4 - Video

Massaproductie
Door massaproductie kunnen fabrieken gigantisch groeien
Hierbij worden grote aantallen van precies dezelfde producten gemaakt. Hierbij zijn 2 dingen belangrijk:
Arbeidsverdeling
Een product wordt in verschillende stappen gemaakt. 1 arbeider doet 1 zo'n taak
Lopende band
Deze band brengt het product naar de arbeider en bespaart zo veel tijd

Slide 5 - Tekstslide

Voordelen en nadelen
Massaproductie had voordelen en nadelen
Voordelen
Sneller
- Goedkoper
- Betaalbare producten
- Makkelijk vervangen
- Geen opleiding nodig
Nadelen
Einde vakmanschap
- Eentonig werk
- Stress (tempo)
- Onpersoonlijk

Slide 6 - Tekstslide

Voor- en nadelen voor de fabrieksbaas:
Fabrieksbaas wilden zo veel mogelijk winst maken:
  • Goederen met lage kosten maken
  • Kinderarbeid toegestaan
  • Fabriek moest rendabel zijn
  • Ontslag bij staken
  • Arbeiders zijn verantwoordelijk voor wat er in de fabriek gebeurd.
Maar...
- Staking
- Risico op faillissement

Slide 7 - Tekstslide

Voor- en nadelen voor de fabrieksarbeiders
Genoeg betaalt werk, maar slechte arbeidersomstandigheden:
  • Zo laag mogelijk loon
  • Lange werkuren (ook 's nachts)
  • Onveilig
  • Onhygiënisch
  • Geen vakbond

Slide 8 - Tekstslide

Kinderarbeid

Slide 9 - Tekstslide

Streng toezicht en zware straffen
  • Er waren streng fabrieksreglement om de arbeiders nog harder te laten werken (tijd is geld). 
  • Arbeiders waren zelf verantwoordelijk voor ongelukken. 
  • Fabrikanten lieten zich weinig op het fabrieksvloer zien. Daarvoor waren er opzichters. 

Slide 10 - Tekstslide

Wie kreeg wat betaald?
ƒ6.60 per week
ƒ2.70 per week
ƒ1.80 per week

Slide 11 - Sleepvraag

Verbetering
Eind 19de eeuw zien fabrieksbazen en de regering de situatie
Ze snappen dat er verandering moet komen
Er worden maatregelen genomen ter verbetering: zoals werktijden beperken, betere werkomstandigheden (veiligheidswetten)  en kinderarbeid afgeschaft. 
1874: verbod op kinderarbeid werd ingevoerd, maar pas nageleefd in 1904, met het invoeren van de leerplicht

Slide 12 - Tekstslide

Verbetering 
  • Uitkering in geval van werkloosheid. 
  • Overheid gingen eisen stellen aan woningen. 
  • Ondergronds riolenstelsel. 
  • Straatverlichting, 
  • Politie
  • Meer scholen en bibliotheken. 
  • Meer vrije tijd en uitgangsmogelijkheden. 

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk bespreken

Werkboek blz. 36 en 37, opdrachten 2 en 3.
Werkboek, blz. 18, opdracht 4a t/m 4c 

Slide 14 - Tekstslide

Aan wat staat de arbeider te werken?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de taak van de arbeider?

Slide 16 - Open vraag

He veilig is het werk in de fabriek?
110

Slide 17 - Poll

Aan wat staat de arbeider te werken?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de taak van de arbeider?

Slide 19 - Open vraag

He veilig is het werk in de fabriek?
110

Slide 20 - Poll

Opdrachten maken
Werkboek, blz. 18, opdracht 4a t/m 4c
Zelfstandig, zachtjes overleggen mag. 

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiten: leerdoelen antwoorden
1. Waardoor groeiden de steden in de 19de eeuw?
2. Noem de twee kenmerken van massaproductie.
3. Noem een nadeel en drie voordelen van massaproductie. 

Slide 22 - Tekstslide