Indirect speech Grammar 13

Theme 5
Grammar 13 -14 (TB page 75)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Theme 5
Grammar 13 -14 (TB page 75)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Graham said (that) he was very worried.
In indirect speech gaat de tijd één stap terug in het verleden

Slide 3 - Tekstslide

Andy Carroll
Andy said (that) he felt like he was doing well.
In de indirecte rede verander je vaak ook het VOORNAAMWOORD
ik -> hij



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Veranderingen

Shane: 'My father and I will do it right now.'
Shane said (that) his father and he would do it straight away.


Paula: 'I did my homework last Friday.'
Paula said (that) she had done her homework the Friday before.'


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Zet deze zin in indirect speech:
The teacher: "The assignment is on the website."

Slide 8 - Open vraag

Zet deze zin in indirect speech:
Vince: "The excavator is digging a hole in our yard."

Slide 9 - Open vraag

Zet deze zin in indirect speech:
Mace:" I drank milk for breakfast yesterday."

Slide 10 - Open vraag

One / Ones
A used car is cheaper than a new one.
There are big problems and small ones.
Je gebruikt one (ev) en ones (mv):
  • na een bijvoeglijk naamwoord-
  • na which-
  • na this that these those-

Slide 11 - Tekstslide

Which chocolates do you like?
I like the ......with chocolate best
A
one
B
ones

Slide 12 - Quizvraag

I have to read a book. Which ....should I pick?
A
one
B
ones

Slide 13 - Quizvraag

This ....is the best.
A
one
B
ones

Slide 14 - Quizvraag