200313 Spelling algemeen corona

Welkom...
Pak je leesboek. 
We beginnen met 
10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom...
Pak je leesboek. 
We beginnen met 
10 minuten lezen in stilte.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: spelling
  • Herhaling: samenstelling en afleiding
  • Huiswerk nakijken en werken in de syllabus 13 t/m 16;
  • Afronding

Doel: je weet het verschil tussen een samenstelling en een afleiding en weet hoe je de spellingregels moet toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

NOS-bericht

desinfectie

griepvirus

verkoudheid

gevaarlijk

  •  Afleiding met een voorvoegsel
  •  Afleiding met een achtervoegsel
  •  Samenstelling
  • Afleiding met een voor én achtervoegsel
  •  Samenstelling, met als eerste deel een afkorting 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

pandemie
Een pandemie is een epidemie op wereldwijde schaal. Het woord is afkomstig uit het Grieks: παν (pan) betekent geheel, δῆμος (dêmos) betekent mensen/volk.
               Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kan een pandemie ontstaan wanneer aan de volgende drie eisen is voldaan:
  • Het opkomen van een ziekte die nieuw is aan de populatie; 
  • De ziekte infecteert mensen en veroorzaakt zware klachten;
  • De ziekte verspreidt zich gemakkelijk onder de bevolking.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel samenstellingen kun je vinden?

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel samenstellingen kun je vinden?

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Nakijken: oefening 1 t/m 12
Maken 13 en 14

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

De patiënt is ziek.
De ... patiënt .
Een ... patiënt 

Het coronavirus is besmettelijk
Het ... virus 
Een ... virus



  • BLW 'de' > +e
  • OLW 'een' > + e


  • BLW 'het' > 'e'
  • OLW 'een' > géén 'e' 

Slide 17 - Tekstslide

stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden


Wanneer het bijvoeglijk naamwoord de stof aangeeft waarvan iets is gemaakt, dan
eindigt het meestal op -(e)n.
VB: houten kozijn, zilveren ring, gouden horloge, metalen tafel

> Uitzondering: nieuwere stoffen 
VB: polyester broek, aluminum frame, plastic fles

Slide 18 - Tekstslide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Bijvoeglijke naamwoorden die zijn afgeleid van een voltooid deelwoord.


Slide 19 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 
Ik ben mijn huiswerk vergeten.
Het vlees is gebraden.
De jongen is gered.
Het gebied is bezet.
De gevangene is gevlucht.
Het papier is verbrand.
De foto is vergroot.
Het pad is verbreed.




Bijvoeglijk gebruikt: noteer!!
Mijn ... huiswerk
Het ... vlees.
De ... jongen.
Het ... gebied.
De ... gevangene.
Het ... papier.
De ... foto.
Het ... pad. 

Slide 20 - Tekstslide

Mijn vergeten huiswerk.
Het gebraden vlees
De geredde jongen.
Het  bezette gebied.
De  gevluchte gevangene
Het verbrande papier.
De vergrote foto
Het verbrede pad.
VD blijft onveranderd
VD blijft onveranderd
VD + de/te i.v.m. uitspraak
VD + de/te i.v.m. uitspraak
VD + e 
VD + e
BN zo kort mogelijk noteren
BN zo kort mogelijk noteren

Slide 21 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamworden na 'te'  :  schrijf het hele werkwoord!
VD:               Een crisis wordt verwacht.
BN:               De verwachte crisis.
BN na 'te':  De te verwachten crisis.

VD:               Het virus is verspreid.
BN:               Het verspreide virus.
BN na 'te':  Het te verspreiden virus.







Slide 22 - Tekstslide

Afronding: schrijf de zin over en lever deze in.

Hopelijk is het (beogen) .... lesdoel en de (behandelen) ... leerstof bij dit (verplichten) ... vak duidelijk overgekomen bij de (motiveren) ... leerlingen.  

Niet vergeten: 27 maart S.O. Syllabus Spelling

Slide 23 - Tekstslide

1C - maken oef. 13 t/m 16

Slide 24 - Tekstslide

1d - maken oef. 13 t/m 16

Slide 25 - Tekstslide