In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Bij de kleur 7/13, staat de kleurhoogte dan vóór of achter de / ?
A
Voor de /
B
Achter de /
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Benoem de secundaire kleuren.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Met een neutraal kleurkarakter wordt het volgende bedoeld...
A
Lichte kleuren
B
Donkere kleuren
C
Kleuren die niet gemengd zijn
D
Natuurkleuren (zonder toevoeging van andere kleur karakters)
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Benoem een reden om het haar te kleuren
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Kadus demi-permanente haarkleuring is een voorbeeld van:
A
Tijdelijke kleuring
B
Blijvende kleuring
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Een klant wil haar haar helemaal gekleurd hebben in een donkerbruine tint, daar doorheen wil ze high-lights in een karamel-kleur. Is dit een totaal kleuring of een deelkleuring?