Verhaalsommen spekkoek

Rekenen
Vandaag gaan we rekenen met spekkoek!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
Vandaag gaan we rekenen met spekkoek!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


In de winkel staan 26 spekkoeken te koop.
Je hebt er, aan het eind van de dag, nog 7 over.

Hoeveel spekkoeken zijn er verkocht?
A
19
B
18
C
17
D
15

Slide 3 - Quizvraag


Voor een spekkoek recept heb je 50 gram suiker nodig.
1 eetlepel suiker is 10 gram.

Hoeveel eetlepels suiker heb je nodig?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 4 - Quizvraag


In een spekkoek gaat 150 gram roomboter.
Op de weegschaal staat nu 120 gram.

Hoeveel gram boter moet er nog bij?

Slide 5 - Open vraag


In 1 spekkoek gaat 5 gram zout.
Je gaat 5 spekkoeken bakken.

Hoeveel gram zout heb je nodig?
A
15
B
20
C
25
D
30

Slide 6 - Quizvraag


De spekkoek moet 60 minuten in de oven.
De spekkoek staat er nu al 40 minuten in.

Hoeveel minuten moet de spekkoek nog in de oven?

Slide 7 - Open vraag


De spekkoek gaat om 11:00 uur in de oven.
Hij moet 60 minuten in de oven bakken.

Hoelaat is de spekkoek klaar?
A
11:30 uur
B
12:00 uur
C
12:30 uur
D
13:00 uur

Slide 8 - Quizvraag


Op het spekkoek recept staat dat je 6 eieren nodig hebt.
Er liggen 21 eieren in de koelkast.

Hoeveel eieren zijn er teveel?

Slide 9 - Open vraag


In het recept staat:
Meng het beslag 5 minuten op de laagste stand.
Meng het beslag daarna 15 minuten op de hoogste stand.

Hoelang moet je het beslag mengen?
A
20 minuten
B
30 minuten
C
40 minuten
D
50 minuten

Slide 10 - Quizvraag

In een spekkoek zitten 20 laagjes.
De laagjes zijn wit en bruin.
Er zijn evenveel witte als bruine laagjes.

Hoeveel witte laagjes zitten er in de spekkoek?

Slide 11 - Open vraag

Je snijdt de spekkoek in 12 puntjes.
Joep eet 2 puntjes.
Saar eet 1 puntje.
Joeri eet 2 puntjes.

Hoeveel puntjes zijn er nog over?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 12 - Quizvraag

Je bent klaar! Goed gedaan!

Slide 13 - Tekstslide