M1 - paragraaf 6.3

6.3 Volgorde van bewerkingen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.3 Volgorde van bewerkingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • start van de les
  • uitleg over de rekenvolgorde
  • werken aan opgaven
  • voorbereiding voor de volgende les
  • afsluiting 

Doel van vandaag:
Aan het einde van de les weet je:
  • wat het product, quotiënt, som en verschil is;
  • wat termen en factoren zijn;
  • ken je de rekenregels (tot nu toe)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?
timer
5:00

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
Vragen over het huiswerk?

Opgaven: 30>32, 33, 34, 35, 37>40, 41, 42, 43>45 & 46

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • als je 4 en 6 met elkaar vermenigvuldigd noem je dat ook wel:
  • Dat je het product van 4 en 6 neemt.
  • oftewel 4 x 6 = 24
  • 4 en 6 noemen we ook wel
  • de factoren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • als je 24 en 6 met elkaar deelt noem je dat ook wel:
  • Dat je het quotiënt van 24 en 6 neemt.
  • oftewel 24 : 6 = 4

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • als je 4 en 6 bij elkaar optelt noem je dat ook wel:
  • Dat je de som van 4 en 6 neemt.
  • oftewel 4 + 6 = 10

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • als je 24 en 6 van elkaar aftrekt noem je dat ook wel:
  • Dat je het verschil van 24 en 6 neemt.
  • oftewel 24 - 6 = 18

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste benamingen bij elkaar!
optellen
aftrekken
vermenigvuldigen
delen
quotiënt
verschil
som
product
termen
factoren

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

de som van 26 en 13 is?
A
26 x 13 = 338
B
26 : 13 =2
C
26 + 13 = 39
D
26 - 13 = 13

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het product van de termen 2 en 3 is
A
2 x 3 = 6
B
2 + 3 = 5
C
2 - 3 = -1
D
kan niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het product van de factoren 10 en 5 is
A
10 - 5 = 2
B
10 + 5 = 15
C
10 : 5 = 2
D
10 x 5 = 50

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil van 367 en 363
A
367 + 363 = 730
B
367 - 363 = 4
C
367 x 363 =133221
D
367 : 363 = 1,0

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het quotiënt van 20 en 5 is?
A
20 + 5 = 25
B
20 : 5 = 4
C
20 x 5 = 100
D
20 - 5 = 15

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het product van 34112304 met 0 is
A
34112304
B
0
C
5168
D
kan niet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de som van 7, 15 en 13
A
7 + 15 + 13 = 35
B
7 x 15 x 13 = 1365
C
15- 13 - 7 = -5
D
7:15:13=0,35...

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klaar? Ga dan verder met opgave 51 & 52 
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 26
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rekenregels: 
  1. binnen de haakjes uitrekenen
  2. vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
  3. optellen en aftrekken van links naar rechts


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rekenregels: 
  1. binnen de haakjes uitrekenen
  2. vermenigvuldigen en delen van links naar rechts
  3. optellen en aftrekken van links naar rechts
bij negatieve getallen gelden de rekenregels ook

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 9 + 5 x -4 =
  • 9 + -20 =
  • 9 - 20 =
  • -11

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 9 + 5 x -4 =
  • 9 + -20 =
  • 9 - 20 =
  • -11
  • (-7 - 2) x -6 =
  • -9 x -6 =
  • 54

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 9 + 5 x -4 =
  • 9 + -20 =
  • 9 - 20 =
  • -11
  • (-7 - 2) x -6 =
  • -9 x -6 =
  • 54
  • 8 : -2 -7 =
  • -4 -7 =
  • -11

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

los op: 9 + 5 x -4 =
A
11
B
-11
C
-20
D
29

Slide 25 - Quizvraag


los op: (-7 - 2) x -6 =
A
63
B
-54
C
54
D
-63

Slide 26 - Quizvraag


los op: (3 + 7) x 0 =
A
3
B
5
C
0
D
10

Slide 27 - Quizvraag


Klaar? Ga dan verder met opgave 55 & 56 
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 27
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 50, 51, 52, 54, 55, 56 & 57
Tijd:             tot 5 minuten voor einde les
Hoe:             Zelfstandig  
Hulp:           Boek,  
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de theorie blokken door!

Wat:            Opgaven 50, 51, 52, 54, 55, 56 & 57
Tijd:             tot 5 minuten voor einde les
Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg
Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hebben we vandaag aan gewerkt?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen paragraaf
6.3

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier heb je aan gewerkt:
  • rekenregels
  • som, verschil, product en quotiënt 
Volgende les
  • de rekenmachine

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

50, 51, 52, 54, 55, 56 & 57

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies