Nieuwsbegrip protest in Groningen

Fakkeloptocht in Groningen als protest
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Fakkeloptocht in Groningen als protest

Slide 1 - Tekstslide

Er liepen veel mensen mee uit Groningen met een fakkel met vuur.
Wat is en fakkel?
A
vlag waarmee je kunt zwaaien
B
houten bord met woorden erop
C
stok die brandt aan e bovenkant

Slide 2 - Quizvraag

Waarom protesteren die mensen in Groningen?

Slide 3 - Open vraag

Mensen in de optocht waren aan het protesteren. Wat betekent protesteren?
A
proberen om eerste te worden in een wedstrijd
B
meedoen aan iets wat je leuk vindt
C
laten merken dat je het ergens niet mee eens bent

Slide 4 - Quizvraag

In Groningen wordt gas uit de grond gehaald. Dat kan je gebruiken om mee te koken of om huizen mee te verwarmen. Wat is gas?
A
stof die je niet ziet, net als lucht
B
stof die gard en stevig is
C
vieze plakkerige stof

Slide 5 - Quizvraag

Er zijn krachtige aardbevingen. Die aardbevingen voel je heel goed. Wat betekent krachtig?
A
heel zacht
B
heel sterk
C
heel koud

Slide 6 - Quizvraag

In welke plaats wordt de demonstratie gehouden?

Slide 7 - Open vraag

De regering beloofde al vaker om te stoppen. De regering is de baas van Nederland. Wat betekent regering?
A
mensen die in een dorp wonen maar in stad werken
B
mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren
C
mensen die veel weten over de natuur

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een aardbeving?

Slide 9 - Open vraag

Mensen kunnen geld krijgen om hun huis op te knappen. Wat betekent opknappen?

Slide 10 - Open vraag

de mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren
dat wat kapot is
stof die je niet kunt zien of ruiken
stok die brandt aan de bovenkant
de fakkel
het gas
de schade
de regering

Slide 11 - Sleepvraag

Welke woorden passen er bij fakkel?
A
de plank, het water, drijven
B
de stok, het vuur, branden
C
de ring, het staal, gooien

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is het tegenovergestelde van krachtig?
A
zoet
B
duur
C
slap

Slide 13 - Quizvraag

iets weer in orde maken als het kapot of oud is
heel sterk
laten merken dat je ergens tegen bent
protesteren
krachtig
opknappen

Slide 14 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 15 - Open vraag

Wat vond je van deze les?

Slide 16 - Open vraag

Mijn gezicht tijdens deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll