2. tekstdoel en tekstsoort

Tekstdoel en tekstsoorten
Dinsdag 9 September. Dutch
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekstdoel en tekstsoorten
Dinsdag 9 September. Dutch

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- We lezen 15 minuten in ons leesboek
- Huiswerk op tafel
-We leren wat tekstdoelen en tekstsoorten zijn

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen 


  • Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
  • Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn  moet zorgen.
  • Er zijn een aantal tekstdoelen.

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen


  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lees de tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het
doel van de tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 7 - Quizvraag

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 8 - Open vraag

Lees de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het doel van de tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quizvraag

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren/uitleg geven

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Wat ga je doen?
Lees tekst blz 15 en 16
Maak Opdr 3

Slide 19 - Tekstslide