introductie van oorlog naar oorlog

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hst 4: Van oorlog naar oorlog

Leerdoel les 1: 

Ik kan in het kort uitleggen waar hoofdstuk 4 over gaat. 

wereldoorlog

Controle vraag

Vertel waar de video over gaat.

We draaien het rad.

Klassikaal lezen blz. 89+90

We draaien het rad.

Aan het werk

• Maak zelfstandig vraag 1 tot en met 3 op blz. 91.
  
• Als je klaar bent ga je alvast 4.1 lezen.

Leerdoel: Ik kan in het kort uitleggen waar hoofdstuk 4 over gaat. 

Nakijken blz. 91

Hst 4: Van oorlog naar oorlog

Leerdoel les 1: 

Ik kan in het kort uitleggen waar hoofdstuk 4 over gaat. 

Les 2 4.1 Een land om trots op te zijn

4.1 Een land om trots op te zijn

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat het begrip nationalisme en militairisme betekenen
• Ik kan uitleggen waarom deze begrippen voor spanningen zorgden in Europa. 

Nationalisme

Trots zijn op je eigen volk

Militairisme

Trots zijn op je eigen leger

Imperialisme

• Duitsland pas een land in 1871.
• Wilden ook macht 
• Moesten dan koloniën van andere landen afpakken. 
• Dus ging Duitsland een leger en marine opbouwen.  

Aan het werk

Lees blz. 92

Maak opdracht 1 t/m 4 blz. 93

Nakijken blz. 93

4.1 Een land om trots op te zijn

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat het begrip nationalisme, militairisme betekenen.
• Ik kan uitleggen waarom deze begrippen voor spanningen zorgden in Europa. 

Les 3 4.1 Een land om trots op te zijn

Leerdoel:

• Ik kan uitleggen wat een directe oorzaak, indirecte oorzaak een gevolg op lange termijn en een gevolg op korte termijn is
• wat een bondgenootschap is. 

Als mijn vriend(in) ruzie heeft ga ik haar helpen.

mee eens (staan)

ligt eraan (hand in de lucht)

niet mee eens (zitten)

Oorzaak en Gevolg

Bondgenootschappen

Centralen

Geallieerden

Neutralen

Geallieerden: Rusland, Engeland en Frankrijk. 

Centralen: Duitsland, Oostenrijk Hongarije en Italië. 

Aan het werk

Lees blz. 94

Maak opdracht 5 t/m 7 blz. 95

Nakijken blz. 93

Les 3 4.1 Een land om trots op te zijn

Leerdoel:

• Ik kan uitleggen wat een directe oorzaak, indirecte oorzaak een gevolg op lange termijn en een gevolg op korte termijn is
• wat een bondgenootschap is.