4.4. Fascisme + Nationaalsocialisme

4.4 Fascisme + Nationaal socialisme
H3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Fascisme + Nationaal socialisme
H3

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  1. Terugblik + lesdoelen check (10 min.)
  2. Uitleg fascisme + Nationaal socialisme (15 min.) 
  3. Opdracht Propaganda (rest van de les) 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat fascisme is en wie de bedenker is van deze stromingen 
  • Je kunt uitleggen wat nationaalsocialisme is en wat het verschil is met fascisme 
  • Je kunt het racistisch karakter van het nationaalsocialisme uitleggen.


KA: 
  • de werking van de totalitaire ideologie van het nationaalsocialisme in de praktijk.
  • racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.

Slide 3 - Tekstslide

Keuzemenu
Keuze 1: Begrijp je fascisme en nationaalsocialisme nog niet zo goed? Doe dan mee met de reguliere les en stel je vragen.

Keuze 2: Heb je deze lessonup al doorgenomen en begrijp je het eigenlijk wel? 
  1. Lees 4.4 en zoek bij elk kenmerk van Nationaal socialisme zoveel mogelijk voorbeelden. 
  2. Ga verder met je propagandaopdracht/poster

Slide 4 - Tekstslide

1919
1929
Versailles 
Crisis
Veel Duitsers ontevreden
NSDAP krijgt veel stemmen
Rijksdagbrand
Machtigingswet

Slide 5 - Sleepvraag

Lesdoelen check (vorige les)
  • Je kunt sociale, economische en politieke gevolgen van de Beurskrach uitleggen.
(Begrijp je dit doel nog niet: maak 4.3.1 v.r 1, 1b, 2)
  • Je kunt uitleggen waarom Hitler met zijn NSDAP veel steun kreeg
(Begrijp je dit doel nog niet: maak 4.3.2 vr. 4, 5b, 5c, 6b)
  • Je kunt uitleggen hoe Hitler de Rijksdagbrand gebruikte om alle macht in Duitsland te verkrijgen (Begrijp je dit doel nog niet: maak 4.3.3 vr. 11)
KA's 
  1. Een kenmerkend aspect dat bij deze paragraaf hoort is: de werking van de totalitaire ideologie van het nationaalsocialisme in de praktijk.
  2. het gebruik van moderne propaganda- en communicatiemiddelen.

Slide 6 - Tekstslide

Geef aan welk leerdoel en welke kenmerkende aspecten je nog niet helemaal begrijpt

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Welke kenmerken van Fascisme worden in de video genoemd?

Slide 9 - Open vraag

Kenmerken van fascisme 
  1. Totalitair + ultra-nationalistisch: Staat (jouw land) gaat boven het jouw belang en rechten. De staat is superieur. Jouw land is dus belangrijk dan jij, maar ook dan andere landen. 
  2. Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan verstand. Geloven vaak niet zo in wetenschap en vinden oude kunst erg belangrijk
  3. Leiderschapsbeginsel: Samenleving is hiërarch. Duidelijke rolverdeling, waarbij de leider niet bevraagd dient te worden. Je mag dus geen twijfels hebben over de leider en je hebt een hele duidelijk rol.
  4. Militarisme: Geweld is goed: geen woorden maar daden. Veel uniformen, geweld en knokploegen

Slide 10 - Tekstslide

Wie is de bedenker van het Fascisme
A
Hitler
B
Mussolini
C
Stalin
D
Wilhelm II

Slide 11 - Quizvraag

Nationaal-
socialisme
Alle kenmerken van
Fascisme 
Rassenleer & streven naar Lebensraum

Slide 12 - Tekstslide

Rassenleer + Lebensraum 
Rassenleer = Het geloof dat alle mensen zijn verdeeld in Rassen, waarbij er een duidelijk verschil zit tussen de rassen (een is belangrijker dan de ander)
  • überras  (belangrijkste ras): Arische ras = Germanen (Duitsland, Nederland)
  • ünterras (laagste ras): Joden. Eigenlijk geen ras, maar parasieten (eten je van binnenuit op) 
Lebensraum: Het geloof dat het Arische ras ruimte nodig heeft om te leven. Oost-Europa moet graanschuur worden. Daarom werd het ook oorlog

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van het fascisme én het nationaalsocialisme?

A
eenpartijstaat en collectivisatie
B
wereldrevolutie en gelijkschakeling
C
nationalisme en verheerlijking van geweld
D
rassendiscriminatie en endlösung

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de twee kenmerken die nationaal-socialisme wel kent, maar fascisme niet?
A
Rassenleer en het leidersbeginsel
B
Leidersbeginsel en Lebensraum
C
Rassenleer en Lebensraum
D
Leidersbeginsel en verheerlijking van geweld

Slide 15 - Quizvraag

Oorzaken WOII
  1. Verdrag van Versailles: Hierdoor wilden de Duitser wraak (besproken)
  2. Economische crisis: hierdoor kon Hitler aan de macht komen en hadden de Duitsers weinig te verliezen (besproken)
  3.  Nationaal-socialisme en Hitler: Hitler vond dat het Arische Ras Lebensraum nodig had en ging daarom landen aanvallen. (besproken)
  4. Appeasementpolitiek: Andere landen dachten dat als ze Hitler een klein beetje zijn zin zouden geven hij zou stoppen en er geen grote oorlog zou uitbreken. (Nog niet besproken)

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen check
  • Je kunt uitleggen wat fascisme is en wie de bedenker is van deze stromingen 
  • Je kunt uitleggen wat nationaalsocialisme is en wat het verschil is met fascisme 
  • Je kunt het racistisch karakter van het nationaalsocialisme uitleggen.

KA: 

  • de werking van de totalitaire ideologie van het nationaalsocialisme in de praktijk.
  • racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.

Slide 17 - Tekstslide

Geef aan welk leerdoel en welke kenmerkende aspecten je nog niet helemaal begrijpt

Slide 18 - Open vraag

Opdracht Propaganda
  1. Ga naar 4.9.2. 
  2. De nazi's kwamen aan de macht ook omdat ze veel propaganda gebruikten 
  3. Maak de opdrachten op 4.9.2 
  4. Maak je eigen propagandaposter. Kies zelf voor wie je die maakt. Voor de voor- of tegenstanders van de Nazi's. Je mag ook de fascisten kiezen  
  5. Probeer zoveel mogelijk kenmerken van jouw stroming erin te verwerken

Slide 19 - Tekstslide