Grammatica H3 - Beknopte bijzin

Deze les
Grammatica H3: Beknopte bijzin

Aan het eind van de les:
  • kun je beknopte bijzinnen herkennen;
  • kun je beknopte bijzinnen gebruiken.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Grammatica H3: Beknopte bijzin

Aan het eind van de les:
  • kun je beknopte bijzinnen herkennen;
  • kun je beknopte bijzinnen gebruiken.


Slide 1 - Tekstslide

VOORKENNIS OPHALEN

Slide 2 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen
  • Hoofdzin: persoonsvorm en onderwerp naast elkaar. Je kunt er niets tussen plaatsen.
  • Bijzin: persoonsvorm en onderwerp uit elkaar. Je kunt er wel iets tussen plaatsen
Ze gaat met me mee, als ik haar ticket betaal.
Ik vind hem heel slimhoewel hij af en toe wel slordig is.

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.
A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 4 - Quizvraag

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 5 - Quizvraag

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 6 - Quizvraag

Ik weet natuurlijk niet of we daar de tijd wel voor krijgen.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht
In het zinsdeel tussen de vierkante haken staat geen onderwerp.  Wat is het onderwerp bij de onderstreepte (werk)woorden?

  • [Vermoeid door de lange, warme tocht] doken de wandelaars direct terug hun bed in.
  • Eline vroeg Max [de geleende stripboeken morgen weer terug te geven].

Slide 8 - Tekstslide

Beknopte bijzin
In een beknopte bijzin staan geen onderwerp en persoonsvorm. 
Het onderwerp kun je wel afleiden uit de rest van de zin. Je noemt dat een verzwegen of denkbeeldig onderwerp.

In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin:
  • een voltooid deelwoord (Afgeleid....);
  • een onvoltooid deelwoord (Liggend...);
  • te + infinitief (...te besteden).



Slide 9 - Tekstslide

Soorten bijzinnen
De bijzin blijft de functie van een zinsdeel in de hoofdzin houden. Welke functie heeft de bijzin in onderstaande zinnen?
  • [Vermoeid door de lange, warme tocht] doken de wandelaars direct terug hun bed in.
  • Eline vroeg Max [de geleende stripboeken morgen weer terug te geven].

De bijzin kan dus de rol van elk soort zinsdeel vervullen: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, etc..

Slide 10 - Tekstslide

Beknopte bijwoordelijke bijzin
Als het een bijwoordelijke bijzin is, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon/zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.

Luid lachend schonk hij een borrel in.  > Terwijl hij luid lachte, schonk hij een borrel in. 

Anders gaat het fout: Na een half uur in de oven te hebben gestaan, aten de gasten de pizza op.

Slide 11 - Tekstslide

En nu in NN online...
H3 Grammatica (zinsdelen)

H3 Formuleren


Slide 12 - Tekstslide