Rangtelw, days of the week, months, dates BK1

Rangtelwoorden
Days of the week
Months

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rangtelwoorden
Days of the week
Months

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je herhaalt de rangtelwoorden.
Je kan de datum/dagen/maanden in het Engels opschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Match the numbers correctly
st
nd
rd
th
11
30
31
22
42
5
1
3
103
71
13
2
83

Slide 4 - Sleepvraag

Days of the week

Slide 5 - Tekstslide

days of the week

Slide 6 - Woordweb

Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday

Slide 7 - Sleepvraag

What is the day after Wednesday?
A
Tuesday
B
Thursday
C
Friday
D
Monday

Slide 8 - Quizvraag

Welke dag komt na het weekend?
A
Monday
B
Tuesday
C
Sunday
D
Thursday

Slide 9 - Quizvraag

Yesterday was Monday, today is...
A
Thursday
B
Wednesday
C
Sunday
D
Tuesday

Slide 10 - Quizvraag

Maandag?
A
Monday
B
Tuesday
C
Friday
D
Saturday

Slide 11 - Quizvraag

donderdag
A
Monday
B
Tuesday
C
Wednesday
D
Thursday

Slide 12 - Quizvraag

Maak het rijtje af...

Monday, Tuesday, Wednesday......
A
Thursday, Friday, Sunday, Saturday
B
Tuesday, Friday, Saturday, Sunday
C
Friday, Saturday, Sunday
D
Thursday, Friday, Saturday, Sunday

Slide 13 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
January
February
March
April
May
June

Slide 14 - Sleepvraag

7
8
9
10
11
12
July
August
September
October
November
December

Slide 15 - Sleepvraag

Dates
 June the ninth  (June 9th)
May the fifth (May 5th)
 of 
the ninth of June ( 9th June)
the fifth of May (5th May)

Slide 16 - Tekstslide

1 januari
A
one January
B
oneth of January
C
the first of January
D
the one of January

Slide 17 - Quizvraag

20 februari
A
February the twentieth
B
the twenty of February
C
February the twenty

Slide 18 - Quizvraag

2 maart
A
March the twoth
B
March the second
C
March two
D
two March

Slide 19 - Quizvraag

5 mei
A
May five
B
the fiveth of May
C
five May
D
the fifth of May

Slide 20 - Quizvraag

31 december
A
the thirty-one of December
B
the thirtieth-one of December
C
December the thirty-first
D
December the thirty-one

Slide 21 - Quizvraag

10 oktober
Tekst
A
October ten
B
the ten of October
C
ten October
D
the tenth of October

Slide 22 - Quizvraag

When is your birthday?
date + month

Slide 23 - Open vraag

When's Christmas Day?
date + month

Slide 24 - Open vraag

What is today's date?

Slide 25 - Woordweb

Afsluiten
August 3

Slide 26 - Open vraag