H1.1 Jagers-verzamelaars

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel:
Je kunt beschrijven wanneer en waar de eerste mens ontstond.
De moderne mens, werd geboren in Afrika, tussen de 150.000 en 280.000 jaar geleden. 
Circa 40.000 jaar geleden reisde de mens af naar Europa.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2
a.
In welk gebied vonden mensen de landbouw als eerste uit?
A In Afrika.
B In Azië.
C In Europa.
D In het Midden-Oosten.
E In Midden-Amerika.
F In Zuid-Amerika.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2
b.
Hoe denk jij dat mensen vóór de ontdekking van de landbouw voor voedsel zorgden?
  • Door te jagen en te verzamelen.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3
In het Midden-Oosten liggen drie grote rivieren.
a.
Welke drie rivieren zijn dat?
  • De Nijl (Egypte)
  • De Eufraat en de Tigris (Turkije, Iran en Irak).

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3
b.
Er zijn boeren die vee houden en boeren die gewassen verbouwen. Leg uit dat water voor hen belangrijk is.
  • Het vee moet drinken en kunnen grazen en de gewassen (planten) hebben water nodig om te groeien.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4
Gebruik de tijdbalk in de oriëntatie (onder bron 1). Daarop kun je zien over welke belangrijke veranderingen dit hoofdstuk gaat.
a.
Als eerste leer je over ‘jagers-verzamelaars in Europa’. Wanneer kwamen die in Europa?
  • Rond 200.000 v.C.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 4
b.
Als laatste leer je over het ‘Egyptische Rijk’. Wanneer kwam er een einde aan dat rijk?
  • Rond 300 v.C.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 4
c.
 Ga naar de tijdbalk van de hele geschiedenis van de mensheid achter in je boek op bladzijde 176-177. Geef (achter hoofdstuk 1) met een kleur aan over welke periode dit
hoofdstuk gaat. Schrijf daarbij ‘jagers en boeren’.

Slide 13 - Tekstslide

Planagenda
1 Jagers en verzamelaars
Lezen: De eerste mensen (blz. 18 en 19)
Lees ook: het leerdoel
Maak: opdracht 3, 4 en 5

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt vijf kenmerken noemen van het leven van de jagers-verzamelaars.
4 miljoen jaar geleden in Afrika eerste mensachtige wezens  mensapen die rechtop lopen. Ze aten planten en gebruikten stokken en stenen om eetbare plantwortels op te graven.
2 miljoen jaar geleden ontwikkelden deze mensapen zich tot de eerste echte mensen  overblijfselen werden gevonden in Afrika.
- Belangrijkste ontdekking was het vuur!
Ongeveer 200.000 jaar geleden ontstond de moderne mens (wij) en stierven andere menssoorten uit.



Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3
a.
De volgende gebeurtenissen staan door elkaar. Zet ze in de juiste volgorde, van
vroeger naar later. Begin dus met wat het eerst gebeurde. Schrijf alleen de letters op.
A De mens ging rechtop lopen.
B De mens kwam in Europa.
C De mens ging vuur gebruiken.
  • A - C - B


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3
b.
Gebruik bron 2. Geef in de tijdbalk aan wanneer de drie menssoorten uit bron 2
ontstonden.


Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3
c.
Gebruik nogmaals bron 2. Hoe veranderde het uiterlijk van mensen in de loop van
deze tijd? Noem vier veranderingen.
  • Mensen werden langer.
  • Hun gezicht werd minder rond en de neus minder plat.
  • Hun hersenen werden groter (en dus hun schedel).
  • De beharing verminderde.


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4
In welk werelddeel ontstonden de verschillende menssoorten?
  • In Afrika.


Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 5
Hieronder staan drie veranderingen (A t/m C) en drie voordelen (1 t/m 3).
Welke verandering hoort bij welk voordeel? Maak de juiste combinaties.


Slide 20 - Tekstslide

Pak je planagenda
H1.1 Het leven van jagers-verzamelaars
H1.1 Prehistorie en historie
Lezen blz. 20 t/m 23
Opdrachten 6 t/m 10 + 11b + c





Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt vijf kenmerken noemen van het leven van de jagers-verzamelaars.

Jagers-verzamelaars:  zij leefden van jacht, visserij en het verzamelen van eetbare planten. De manier waarop je in leven blijft noemt men bestaansmiddel.

Ze gebruikten materialen uit de natuur om gereedschappen te maken; huiden voor kleding.
Ze woonden niet op één plek, maar trokken rond en leefden in groepen van 25 tot 40 mensen.
Er was een taakverdeling: de manier waarop het werk is verdeeld tussen de mensen.
Ze waren ongeveer even rijk en machtig. Er bestonden geen sociale verschillen  verschillen in macht, rijkdom en aanzien.




Slide 22 - Tekstslide

Deze les 
  • Beginnen we met een filmpje over jagen en verzamelen
  • Bespreken we de antwoorden (huiswerk)
  • Kijken naar of lezen we de tekst voor de nieuwe opdrachten
  • Schrijven we het huiswerk in de agenda.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 6
a.
Wat is een bestaansmiddel?
  • Dat is de manier waarop je in leven blijft, dus de manier waarop je voor eten of inkomen zorgt.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 6
b.
Wat waren de drie bestaansmiddelen van jagers-verzamelaars?
A Handeldrijven.
B Jagen.
C Landbouw.
D Planten verzamelen.
E Vissen.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 6
c.
Noem een bestaansmiddel uit onze tijd.
Dat kunnen verschillende antwoorden zijn, denk aan een beroep bijvoorbeeld:
  • automonteur, influencer of kok.
  • Je verdient geld en daarmee koop je bestaansmiddelen.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 7
Gebruik bron 3. Jagers-verzamelaars leefden in tenten en soms in grotten.
a.
Om welke reden bouwden ze geen stevige huizen die lang konden blijven staan?
  • Ze trokken rond om aan voldoende voedsel te komen en bleven niet lang op één plek.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 7
b.
Wat is een voorbeeld van een ‘sociaal verschil’ en wat is een voorbeeld van ‘taakverdeling’?
Kies het woord dat het beste past.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 7
b.
Wat is een voorbeeld van een ‘sociaal verschil’ en wat is een voorbeeld van ‘taakverdeling’?
Kies het woord dat het beste past.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 8
Onderstreep in de leertekst ‘Het leven van jagers-verzamelaars’ vijf kenmerken van het leven van jagers-verzamelaars. Dat doe je zo.
• De leertekst bestaat uit vijf alinea’s. Een alinea is een stuk tekst dat op een nieuwe regel begint. Zet nummers aan het begin van elke alinea: ‘1’ bij de eerste alinea, ‘2’ bij de tweede, ‘3’ bij de derde, ‘4’ bij de vierde en ‘5’ bij de vijfde. • In elke alinea staat één kenmerk van het leven van jagers-verzamelaars uitgelegd.
Onderstreep in elke alinea één zin die een kenmerk samenvat. Je moet vijf zinnen
onderstrepen.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 8
Onderstreep in de leertekst ‘Het leven van jagers-verzamelaars’ vijf kenmerken van het leven van jagers-verzamelaars. Dat doe je zo.
• De leertekst bestaat uit vijf alinea’s. Een alinea is een stuk tekst dat op een nieuwe regel begint. Zet nummers aan het begin van elke alinea: ‘1’ bij de eerste alinea, ‘2’ bij de tweede, ‘3’ bij de derde, ‘4’ bij de vierde en ‘5’ bij de vijfde. • In elke alinea staat één kenmerk van het leven van jagers-verzamelaars uitgelegd.
Onderstreep in elke alinea één zin die een kenmerk samenvat. Je moet vijf zinnen
onderstrepen.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt twee redenen noemen waarom we weinig weten van het leven van mensen in de prehistorie.
Twee redenen.
• Veel spullen die de eerste mensen maakten, zijn vergaan. Die spullen waren gemaakt van hout, riet, bot en huiden. Alleen stenen voorwerpen zijn bewaard gebleven.
• De eerste mensen gebruikten geen schrift. Ze leefden in de prehistorie. Doordat
de eerste mensen niets hebben opgeschreven, weten we bijvoorbeeld niet wat ze
dachten of voelden.

Slide 35 - Tekstslide

begrippen
Prehistorie - tijd waarin mensen niets hebben opgeschreven.
Historie - het moment dat mensen teksten gingen
schrijven.
Cultuur - alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen, hun gewoontes, hun geloof, kunst en wetenschap

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 9
Lees de leertekst ‘Prehistorie en historie’.
Uit welke periode zijn er alleen ongeschreven bronnen?
A Uit de historie.
B Uit de prehistorie.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 10
Wat zijn twee voorbeelden van geschreven bronnen?
A Een boek uit de 18e eeuw.
B Een brief.
C Een grottekening.
D Een pijlpunt.
E Een pot van aardewerk.

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 11
a.
Deze rotsschildering geeft ons informatie over het leven van jagers-verzamelaars in de prehistorie.
Wat kunnen we uit de bron leren over hun leven, en wat niet?

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 11
b.
Kijk waar je ‘niet’ hebt aangekruist bij vraag a.
Om welke reden komen we deze zaken over het leven van jagers-verzamelaars niet te weten?
A Jagers-verzamelaars hebben geen geschreven bronnen achtergelaten.
B Veel overblijfselen uit de prehistorie zijn vergaan.

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht 11
c.
Is bron 4 een voorbeeld van cultuur? Leg je antwoord uit.
  • Ja / Nee, want een rotsschildering is een voorbeeld van kunst.

Slide 41 - Tekstslide

Pak je planagenda
Deze opdracht maak je in de online-methode!!

H1.1| De eerste mensen
Lezen blz. 24 
Maken opdracht 12

Slide 42 - Tekstslide

Pak je planagenda

H1.2 De landbouw ontstaat
Blz. 25 t/m 29
Maken 0pdrachten 3, 4, 6 t/m 8


Slide 43 - Tekstslide