HZW kinderen

Vakleerles 16 november
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Leereenheid 2.2: Groei!
  • Onderdeel: ziekten, besmetting, allergie
  • samen en zelf aan de slag!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vakleerles 16 november
  • Wat gaan we doen vandaag?
  • Leereenheid 2.2: Groei!
  • Onderdeel: ziekten, besmetting, allergie
  • samen en zelf aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Ziekte, besmetting, allergie

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdluis

Slide 3 - Tekstslide

Is de volgende stelling waar?

'Ook als je een goed en werkzaam antihoofdluismiddel gebruikt, moet je 14 dagen lang dagelijks kammen.'
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Het juiste antwoord is: Ja

14 dagen lang dagelijks kammen is, ook na het gebruik van een werkzaam middel, nodig voor een goede bestrijding. 
Bovendien houd je daarmee de vinger aan de pols of de bestrijding werkt.






 

Slide 5 - Tekstslide

Is het waar dat mensen met lang haar meer kans hebben om luizen te krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Het juiste antwoord is ' Ja' .

Mensen met lang haar hebben meer kans op luizen op te lopen en door te geven. De hoofdluis heeft echter geen voorkeur, de hoofdluis kan net zo makkelijk leven op een hoofd met kort haar.



kort haar





 

Slide 7 - Tekstslide

Verspreiden hoofdluizen zich via skihelmen, verkleedkleren, petjes, jassen en sjaals?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Het juiste antwoord is: Nee
Luizen verspreiden tussen mensen via direct haar-haar contact. Luizen houden van (lichaams)warme, vochtige plekken waar ze ongeveer 5 keer per dag bloed zuigen. Ze doen er daarom alles aan om niet van een hoofd af te vallen. Luizen die per ongeluk toch van het hoofd vallen zullen snel dood gaan wegens gebrek aan warmte, uitdroging of uithongering. 

Slide 9 - Tekstslide

Kan mijn huisdier ook luizen krijgen als ik luizen heb, bijvoorbeeld door te knuffelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Het juiste antwoord is Nee.

De mens is de enige gastheer van de hoofdluis. De hoofdluis voedt zich met mensenbloed en zal niet kunnen leven en zich voortplanten op een huisdier.

Slide 11 - Tekstslide

Houden hoofdluizen meer van schoon, dan van vies haar?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Het juiste antwoord is: Nee


Het maakt de luis niets uit.
 

Slide 13 - Tekstslide

Helpt het reinigen van het tapijt en de gordijnen om van hoofdluis af te komen?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Het juiste antwoord is: Nee
Luizen kunnen eigenlijk alleen goed bewegen op haar. Ze lopen van het haar op het hoofd van de ene persoon over naar een haar op het hoofd van een ander bij haar-haar-contact. Ze zijn niet in staat om omhoog te klimmen op meubels, gordijnen, kleren e.d. Ook kunnen hoofdluizen niet springen. 
Luizen die per ongeluk op de grond of op de gordijnen of bank terechtkomen zullen snel doodgaan wegens gebrek aan warmte, uitdroging of uithongering.

Slide 15 - Tekstslide

Kunnen luizenouders via neten onder hun nagels hoofdluis verspreiden?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Het juiste antwoord is: Nee.
Hoofdluizen leggen 5-6 neten (eitjes) per dag. Neten zijn door mamaluis stevig vastgekit aan het haar.

Als de neet eenmaal los is (en misschien via een kam of handen op een ander hoofd terechtkomt) dan plakt de neet niet meer en valt dan uit het haar. De neet ontwikkelt zich niet meer verder en gaat dood.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Op de middelbare school hebben kinderen geen last meer van hoofdluis.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Nee, en selfies maken helpt ook niet echt preventief.....

Slide 20 - Tekstslide

Kinderziekten
  • Wat zijn kinderziekten?
  • Wat zijn infectieziekten?
  • Wat is vaccineren?
  • Wat is incubatietijd? 
  • Wat is groepsimmuniteit?
  • Tegen welke ziekten wordt gevaccineerd?
Op welke leeftijd?

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn kinderziekten?

Slide 22 - Woordweb

Infectieziekten
Infectieziekten zijn ziekten die worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of parasieten.

Slide 23 - Tekstslide

Incubatietijd
Is de tijd tussen besmetting  en het krijgen van ziekteverschijnselen.
In  de incubatieperiode is de persoon al wel besmettelijk

Slide 24 - Tekstslide

Groepsimmuniteit

Hoe meer mensen immuun zijn voor een bepaalde ziekte, hoe kleiner de kans op verspreiding.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

En nu aan de slag!
Kijk ook op:
https://rijksvaccinatieprogramma.nl

Slide 28 - Tekstslide