H6 §5 Elektrische energie vervolg huiswerk bespreken
Lever je huiswerk in §4 H6 elektrische energie
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lever je huiswerk in §4 H6 elektrische energie
Slide 1 - Open vraag
59
Gegeven: P = 0,4 kW; t = 5 h
Gevraagd: E = ? kWh
Formule: E = P × t
Berekenen: E = 0,4 × 5 = 2 kWh
Antwoord: E = 2 kWh
Slide 2 - Tekstslide
60
Gegeven: P = 250 W; t = 50 s
Gevraagd: E = ? J
Formule: E = P × t
Berekenen: E = 250 × 50 = 12 500 J
Antwoord: E = 12 500 J
Slide 3 - Tekstslide
61
a In een jaar zitten 365 × 24 = 8760 h.
Gegeven: P = 3 W = 0,003 kW; t = 8760 h
Gevraagd: E = ? kWh,
Formule: E = P × t
Berekenen: E = 0,003 × 8760 = 26,28 kWh
Antwoord: E = 26,28 kWh
b Dat kost per jaar 26 × 0,22 = € 5,78.
Slide 4 - Tekstslide
62
B62
a 2000 − 2400 W, 1300 W, 150 W
b 220 − 240 V, 230 − 240 V, 220 V
Slide 5 - Tekstslide
63***
a 3 kWh = 3 × 3 600 000 = 10 800 000 J
3 x 1000 x 3600 = ...... k=1000 1uur= 3600 seconde
b Gegeven: P = 1,25 kW; E = 3,0 kWh
Gevraagd: t = ?
Formule: t = E/p= 3/1,25
Berekenen: t = = 2,4 h = 2 h 24 min
Antwoord: t = 2 h 24 min
Slide 6 - Tekstslide
65**
Als een mp3-speler veel vaker en langer aanstaat dan een stofzuiger kan hij toch in totaal meer energie verbruiken.
C65
Een kWh is de hoeveelheid energie die je gebruikt als een apparaat van 1 kW 1 uur aan staat.
Gegeven: P = 1 kW = 1000 W; t = 1 h = 3600 s
Gevraagd: E = ? J
Formule: E = P × t
Berekenen: E = 1000 x 3600 = 3 600 000 J
Antwoord: E = 3 600 000 J
Slide 7 - Tekstslide
66
C66
a In totaal zijn de kosten voor het hoge tarief 530 × 0,2285 = € 121,11.
b ’s Nachts wordt er veel minder elektriciteit gebruikt dan overdag. Dit is ongunstig voor elektriciteitsbedrijven omdat er ’s nachts veel ongebruikte elektriciteitscentrales zijn. Door een laag tarief ’s nachts proberen ze mensen te stimuleren bijvoorbeeld ’s nachts in plaats van overdag de was te doen zodat het verschil in gebruik tussen overdag en ’s nachts minder groot is.
Slide 8 - Tekstslide
wat heb je vandaag geleerd? denk aan de formules, grootheden, symbolen enzovoort.
Slide 9 - Open vraag
huiswerk
lees blz. 209 t/m 211 en probeer de sommen te maken