Week 50

Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Planning week 50
Zakelijke e-mail: opdracht 3 en 4

Lezen in je boek 

Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen

Nieuwsbegrip Online 



Slide 2 - Tekstslide

Les 1


Lekker lezen in je boek!  

Slide 3 - Tekstslide

Les 2


Zakelijke e-mail
Opdracht 3

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke e-mail schrijven

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail. 
  • Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.
  • Ik weet wanneer ik hoofdletters, punten en komma's moet schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de eerste drie onderdelen in een zakelijke e-mail?

Slide 7 - Open vraag

Op welke manier begin je met de inleiding?
A
Hallo, ik ben
B
Mijn naam is..

Slide 8 - Quizvraag

Maak de zin af...
Mijn naam is...........?

Slide 9 - Open vraag

Wat schrijf je in de kern?
A
Onderwerp van je e-mail
B
Met vriendelijke groet,
C
Ik hoop dat ...
D
Alle informatie

Slide 10 - Quizvraag

Welke slotformule is op de juiste manier geschreven?
A
met Vriendelijke groet
B
Met Vriendelijke Groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke Groet!

Slide 11 - Quizvraag

Conventies

Aan:   e-mail adres van de geadresseerde
CC:  
Onderwerp:  Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef:    Geachte heer/mevrouw,  of gebruik de naam.

Inleiding: Mijn naam is....  Ik schrijf u deze e-mail,  omdat.........

Kern:   Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot:   Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule:  Met vriendelijke groet,  , 

Je voor- en achternaam:  

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Kies een gekleurd vel papier
  • Maak 10 kaartjes
  • Schrijf op elk kaartje een onderdeel van de conventie
  • Schrijf op de achterkant wat erbij hoort.

  • Doe het zo: Aan: e-mail adres van die gene die je een mail stuurt
Oefenen in tweetallen
In hoeveel seconden kun jij de conventies op de goede volgorde leggen?



Klaar?
Maak opdracht 3 in je werkboekje

Slide 13 - Tekstslide

Les 3

Zakelijke e-mail opdracht 4

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf de conventies op
Doe dit op volgorde!

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Opdracht 4


Klaar? woordzoeker zakelijke e-mail

Slide 16 - Tekstslide

Les 4
Lekker lezen in je boek. 

Slide 17 - Tekstslide

Les 5 
Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen 

Slide 18 - Tekstslide

Les 6
Nieuwsbegrip Online 

Slide 19 - Tekstslide