2.1 - B - Welvaart en crisis in de Verenigde Staten



2.1 - Welvaart en crisis 
in de Verenigde Staten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



2.1 - Welvaart en crisis 
in de Verenigde Staten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vrijemarkteconomie
  • Een zeepbel
  • Beurskrach en crisis
  • New Deal

  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de economische wereldcrisis ontstond.

  • Je kunt uitleggen hoe de crisis werd bestreden. 

Slide 3 - Tekstslide

           Foto van Hooverville New York

Slide 4 - Tekstslide

Florence Owens Thompson (32) woonde met haar familie in een Hooverville. Ze kon haar 7 kinderen maar moeilijk voeden (Nipomo, 1936)
Florence Owens Thompson (32) woonde met haar familie in een Hooverville. Ze kon haar 7 kinderen maar moeilijk voeden (Nipomo, 1936)
Hoovervilles

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Roaring Twenties in Duitsland (1)
  • Woede over Verdrag Versailles en verliezen oorlog zorgen voor protesten. 1923: Bierkellerputsch

  • Economische problemen door herstelbetalingen -> Frankrijk/België bezetten Ruhrgebied.

  • Geld bijdrukken:  inflatie: het stijgen van de prijzen van producten waardoor het geld minder waard is. 

Slide 7 - Tekstslide

wat is een vrijemarkteconomie? en wat bedoelen we met inflatie?

Slide 8 - Open vraag

Roaring Twenties in Duitsland (2)
  • 1924: Verenigde Staten leent geld aan Duitsland om economie draaiende te houden en schulden af te betalen. 
  • Welvaart nam weer toe. Ontstaan van vrijemarkteconomie:  vraag en aanbod bepalen wat fabrikanten produceren en wat de prijs is. 
  • Kapitalisme: ondernemers die proberen zo veel mogelijk winst te maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Roaring Twenties in de Verenigde Staten
  • Van oorlogseconomie naar consumptiemaatschappij: radio's, stofzuigers, wasmachines, uitgaan, films, flapper girls, jazz.

  • Bedrijven bleven produceren voor consumenten (vrijemarkteconomie).

  • Bedrijven willen nog meer winst maken met aandelenhandel (kapitalisme).

Slide 10 - Tekstslide


Vrijemarkteconomie


  • Presidenten in de jaren '20 grote voorstanders van kapitalisme
  • Ondernemingen krijgen daardoor enorm veel vrijheid en rechten.
  • Weinig overheidsbemoeienis in dagelijks leven en economie. 
  • De ongelijkheid in de samenleving groeit: rijken worden rijker.

Slide 11 - Tekstslide


Een zeepbel


  • Gouden toekomst voor alle Amerikanen blijkt een illusie.
  • Overproductie in de landbouwsector (indirecte oorzaak!)
  • Veel kopen op afbetaling, waardoor er veel schulden waren.
  • Sterk vertrouwen in aandelen, vaak gekocht met geleend geld.
  • Markt raakt verzadigd. (indirecte oorzaak!) De aandelen worden minder waard. 

Slide 12 - Tekstslide


Beurskrach en crisis


  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach, een keerpunt. (directe oorzaak!)
  • 'Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard'.
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


Armoede en ellende

  • Velen zijn dakloos geworden omdat ze hun huis niet meer konden afbetalen.
  • Daklozen eindigen in sloppenwijken die spottend Hoovervilles genoemd.
  • Opvatting Republikeinse president Hoover: wachten tot de economie zich hersteld, geen overheidsingrijpen.
  • Prijzen zullen gaan dalen en de groei komt terug. Prijzen daalden, maar werknemers en bedrijven gingen minder verdienen. 

Slide 15 - Tekstslide


New Deal, new hope?


  • In 1932 wordt Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten.
  • Hij komt met het programma New Deal
  • Door middel van sociale wetten, subsidies, werkverschaffingsprojecten en strenger toezicht op de banken wil hij de Amerikaanse economie hervormen.
  • Boeren kregen voortaan subsidie van de overheid.
  • Vakbonden kregen meer rechten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de economische wereldcrisis ontstond.

  • Je kunt uitleggen hoe de crisis werd bestreden. 

Slide 18 - Tekstslide