3.1 Zintuigen en prikkels

Waarnemen
Zintuigen en prikkels
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarnemen
Zintuigen en prikkels

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Welke zintuigen je hebt.
  2. Hoe je lichaam op prikkels reageert.

Slide 4 - Tekstslide

Welk leerdoel heb je gehaald?
Wat weet je nu al?
A
Ik weet welke zintuigen ik heb.
B
Ik weet hoe mijn lichaam op prikkels reageert.
C
Ik ken de leerdoelen nog niet.
D
Ik ken alle leerdoelen.

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoel 1: Welke zintuigen heb ik?
Begrippen:
  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Waarnemen

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 1: Welke zintuigen heb ik?
Begrippen:

  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

Het geluid van een sirene is een:
A
prikkel
B
zintuig
C
waarnemen
D
bericht

Slide 8 - Quizvraag

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn
A
Waarnemingen
B
prikkels
C
zintuigen
D
zenuwen

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoel 2: Hoe reageert je lichaam op prikkels
Volgorde:
  1. De telefoon gaat. Dat is de prikkel.
  2. In je oor wordt de prikkel omgezet in een bericht.
  3. Het bericht gaat naar je hersenen: je weet dat de telefoon gaat.
  4. Je hersenen sturen een bericht naar je armspieren.
  5. Je armspieren ontvangen het bericht: je pakt je telefoon.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 2: Hoe reageert je lichaam op prikkels?
Begrippen:
  • Zenuwen
  • spieren 
  • hersenen
  • ruggenmerg
  • zenuwstelsel = hersenen, zenuwen en ruggenmerg

Slide 11 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Het zenuwstelsel = alle zenuwen in je lichaam.
B
Het zenuwstelsel = je spieren en je zenuwen.
C
Het zenuwstelsel = hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
D
Het zenuwstelsel = je hersenen en je spieren.

Slide 12 - Quizvraag

Iemand raakt jouw hand aan. Hoe weet je wat je voelt? Zet in de goede volgorde:
1
2
3
4
Zenuw naar spieren
Zenuw naar hersenen.
Zintuig.
Hersenen

Slide 13 - Sleepvraag

Waar
Niet waar
Je hersenen sturen berichten naar je zintuigen
Je hersenen weten wat je ziet.
Je zenuwstelsel bestaat uit zenuwen, hersenen en ruggemerg.
Je beslist met je spieren hoe je reageert.

Slide 14 - Sleepvraag

Welk leerdoel heb je gehaald?
Wat weet je nu al?
A
Ik weet welke zintuigen ik heb.
B
Ik weet hoe mijn lichaam op prikkels reageert.
C
Ik ken de leerdoelen nog niet.
D
Ik ken alle leerdoelen.

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
  1. Je hebt nu als goed is alle kennis van 3.1.
  2. Je kan nu in Nectar maken: opdracht 1 t/m 15

Slide 16 - Tekstslide

Nabespreken
Je weet nu:
  1. Welke zintuigen je hebt.
  2. Hoe je lichaam op prikkels reageert.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Leren: blz. 101 t/m 106
Maken: 1 t/m 15

Slide 18 - Tekstslide