Persoonsvorm tt en vt

Deze les:
- 10 minuten lezen
- Vorige les
- Doel van de les
- Instructie
- Verwerking
- Afsluiting
- Huiswerk
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les:
- 10 minuten lezen
- Vorige les
- Doel van de les
- Instructie
- Verwerking
- Afsluiting
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les


Leestekens

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les
Deze les leer je:

- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- de verleden tijd van zwakke- en sterke werkwoorden goed spellen
- de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen

Slide 5 - Tekstslide

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
3. Persoonsvorm in andere tijd zetten

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.

Slide 7 - Open vraag

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
DIEKT

2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
TEGENWOORDIGE TIJD

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou de verleden tijd zijn van diekt?

Slide 9 - Open vraag

De zwooi diekt zwacht op de puig van de daal.
1. Persoonsvorm?
DIEKT

2. Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
Tegenwoordige tijd

3. Persoonsvorm in andere tijd zetten
De zwooi diekte zwacht op de puig van de daal.

Slide 10 - Tekstslide

- Hoe schrijf je de persoonsvorm?
- Ik-vorm
- Tegenwoordige tijd: ik + t
- Sterke / zwakke werkwoorden
- Verleden tijd zwakke werkwoorden: ikvorm + te(n) OF ikvorm + de(n)
- 't ex-foxschaap

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Verwerking

Maken:
Hfst 1 taalverzorging (Tegenwoordige en verleden tijd)
Opdracht 1 t/m 9
Werk online

KLAAR?
- iets voor jezelf doen


timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Deze les heb je geleerd:



- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen
- de verleden tijd van zwakke- en sterke werkwoorden goed spellen
- de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maken
Hfst 1 taalverzorging (persoonsvorm tt en vt)
Opdracht 1 t/m 9
Werk online
                                                 

Slide 15 - Tekstslide