§4.3 Steden in de wereld deel 1

Mens en maatschappij
Ipads in de tas

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en maatschappij
Ipads in de tas

Slide 1 - Tekstslide

De macht van koningen
Cursus 4.2

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Onderdeel
Herhaling
De macht van koningen
Leerdoelen
- De macht van koningen
- De macht van de kerk
- De Kruistochten
Uitleg
Werktijd
Afsluiting
Wat heb je geleerd?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

De macht van koningen
Rond 1300 werden de koningen weer machtiger. De koning inde belastinggeld, van dit belastinggeld konden de koningen zelf de ridders betalen zodat ze naar de koning luisterde. De koning maakte zelf wetten, er kwamen rechters en de koning bestuurde hun gebied steeds beter, het land werd steeds meer als een eenheid bestuurd = staatsvorming.

Slide 5 - Tekstslide

De macht van koningen
Koningen werden rijk door het belastinggeld dat zij kregen. Hiermee konden zij ridders betalen.

Wat konden koningen?
  • Zelf wetten maken
  • Regeren vanuit één plek = centralisatie 
  • Grote paleizen bouwen

Slide 6 - Tekstslide

4.2: De macht van koningen
De koning krijgt steeds meer geld en macht.

Koningen bouwen groten paleizen om in te wonen en te laten zien hoe rijk en machtig ze zijn.

Ze gaan het land besturen vanuit een plek, hun paleis.

--> Centralisatie (Veel macht vanuit 1 plek)

Slide 7 - Tekstslide

4.2: De macht van koningen
De koning had wel macht, maar de burgers wilden meer inspraak aangezien de burgers uiteindelijk ook belastinggeld betaald:
Mee praten over hoe het bestuur van het land geregeld werd.
Uiteindelijk had de koning nog steeds de grootste macht.

Slide 8 - Tekstslide

De macht van de kerk
Naast de koning was de kerk ook heel machtig in de middeleeuwen (500-1500). 
  • Goed geleefd? Hemel
  • Slecht geleefd? Hel 

Wanneer was je een goede christen?
  1. Geloven in Christus en God
  2. Bidden
  3. Geld geven aan de kerk

Slide 9 - Tekstslide

De kruistochten
Jeruzalem was de belangrijkste stad voor christenen en moslims. 

Kruistocht = gewapende tocht van christenen om land van niet-christenen te veroveren. 

Mensen zouden hierdoor een plek in de hemel krijgen

In totaal ongeveer 600 000 doden gevallen. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: 
Van stad naar megastad
§4.3 Steden in de wereld deel 1

Slide 11 - Tekstslide

Lesplanning 

Uitleg van §4.3 'Steden in de wereld

Maak van §4.3 'Steden in de wereld' vraag 1 t/m 10



Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen van de les
  1. Benoem 3 verschillen tussen stad en een dorp
  2. Noem een voorziening van een stad
  3. Leg uit hoe urbanisatie ontstaat

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet je nog van kruistochten en van de uitvinding de ploeg?

Slide 14 - Woordweb

Introductie
Je hebt de vorige les geleerd dat de steden steeds belangrijker werden.

 Voor de  boeren en de ambachtslieden werd de stad een marktplaats.

Nog steeds groeien de steden en komen er gebouwen en huizen bij. 

Deze paragraaf gaat over de groei van onze tijd!

Slide 15 - Tekstslide

Stad

1. veel gebouwen
2. veel verkeer
3. veel mensen die dichtbij elkaar wonen
4. veel verbindingen(infrastructuur)
bijv: wegen, spoorwegen, vliegvelden, kabels en buizen.
5. veel voorzieningen
bijv: winkels, bioscopen, restaurants, scholen, ziekenhuis.
timer
4:00

Slide 16 - Tekstslide

Welke 3 voorzieningen zijn voor jou het belangrijkste om dichtbij te hebben?

Slide 17 - Open vraag

Dorp
1. weinig gebouwen
2. weinig verkeer
3. weinig mensen
4. weinig verbindingen
5. weinig voorzieningen

Heeft vaak alleen een bakker, kleine supermarkt. Voor de middelbare school moet je vaak naar een andere plek of stad.
timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken

Slide 19 - Tekstslide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken
Mensen gingen hier niet alleen werken maar bleven in deze steden wonen.

Ze gingen trouwen en kregen veel kinderen.

Slide 20 - Tekstslide

Urbanisatie
In de rijke landen ontstond urbanisatie in de 19e eeuw:
  • Er kwamen fabrieken
  • Mensen kwamen vanaf het platteland in deze fabrieken werken
Mensen gingen hier niet alleen werken maar bleven in deze steden wonen.

Ze gingen trouwen en kregen veel kinderen.
Hierdoor groeiden de steden. 
Dit noem je urbanisatie.

In arme landen is dit pas vanaf de 20e eeuw ontstaan.

Slide 21 - Tekstslide

Urbanisatie

Waardoor wonen steeds meer mensen in een stad?
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad. mensen verhuizen meestal voor werk naar de stad.

Een groeiende stad noemen we urbanisatie.

(Urbanisatie is vanaf 19e eeuw ontstaan.)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Stad
Dorp
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Minder dan 10.000 inwoners
Meer dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen
Veel infrastructuur

Slide 24 - Sleepvraag

Emmeloord is een stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: lees en maak van §4.3 'Steden in de wereld' vraag 1 t/m 6 

Hulp: buurman, buurvrouw naast je of de docent


Tijd: timer

timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: 
Van stad naar megastad
§4.3 Steden in de wereld deel 2

Slide 27 - Tekstslide

Lesplanning 
 


Maak van §4.3 'Steden in de wereld' vraag 7 t/m 10



Vooruitblik op de volgende les

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen van de les
  1. Noem een voorbeeld van een hoofd-, wereld- en megastad
  2. Leg het verschil uit tussen hoofd-, wereld- en megastad
  3. Waar vind je een zakencentrum?
  4. Vertel in welke stad je krottenwijken tegenkomt

Slide 29 - Tekstslide

Megastad
Meer dan 10 miljoen inwoners
Istanbul, Turkije
14 miljoen
Lagos, Nigeria
21 miljoen
Jakarta, Indonesie
10 miljoen
Shanghai, China
24 miljoen
Karachi, India
23 miljoen
Mexico stad, Mexico
20 miljoen
Soa Paolo, Brazilie
20 miljoen

Slide 30 - Tekstslide

Hoofdstad
Stad waar meestal de regering zit
(Amsterdam is een uitzondering)
Moskou, Rusland
Canbarra, Australie
Bejing, China
Delhi, India
Wasington DC, VS
Brazilia, Brazilie

Slide 31 - Tekstslide

Wereldstad
Een stad die over de hele wereld bekend is.
Er zijn veel internationale bedrijven en banken.
New york
London
Tokyo
Parijs

Slide 32 - Tekstslide

Hoofdstad
Megastad
Wereldstad
Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Vaak zit de regering daar. 

Slide 33 - Sleepvraag

Onderdelen van de stad
     Zakencentrum 
Het centrum met wolkenkrabbers en dure winkels.

Hier werken veel mensen werken en wonen weinig mensen.

Slide 34 - Tekstslide

Onderdelen van de stad
     Zakencentrum (CBD)
Het centrum met wolkenkrabbers en dure winkels.

Hier werken veel mensen werken en wonen weinig mensen.
    Voorsteden / voorstad
Mensen die in een zakencentrum werken wonen vaak aan de rand van de stad.

Rust en ruimte. Mensen hebben grote huizen en een auto.

Slide 35 - Tekstslide

Onderdelen van de stad
     Zakencentrum (CBD)
Het centrum met wolkenkrabbers en dure winkels.

Hier werken veel mensen werken en wonen weinig mensen.
    Voorsteden (suburbs)
Mensen die in een zakencentrum werken wonen vaak aan de rand van de stad.

Rust en ruimte. Mensen hebben grote huizen en een auto.
          Krottenwijk
Arme mensen die hun eigen huis bouwen langs het spoor of een snelweg

Er is soms geen elektriciteit, riolering en of water.

Slide 36 - Tekstslide

Zakencentrum 
Voorsteden
Krottenwijk
Mensen wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen. 
Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg. 

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.

Slide 37 - Sleepvraag

Aan het werk
Wat: Degene die het nog niet afgemaakt hebben  §4.2 'De macht van koningen' vraag 1 tot en met 9 (hiermee klaar) 
Maken §4.3 'Steden in de wereld'  1 tot en met 10


Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   tekst, lees goed!
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent (fluisteren)


Tijd: timer

timer
30:00

Slide 38 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: 
Van stad naar megastad
§4.3 Steden in de wereld deel 1

Slide 39 - Tekstslide

Lesplanning 

Uitleg van §4.3 'Steden in de wereld' deel 1

Maak van §4.3 'Steden in de wereld' vraag 1 t/m 6



Slide 40 - Tekstslide

Lesdoelen van de les
  1. Benoem 3 verschillen tussen stad en een dorp
  2. Noem een voorziening van een stad
  3. Leg uit hoe urbanisatie ontstaat

Slide 41 - Tekstslide

Oorzaak
1
2
3
Gevolg: Urbanisatie
Daardoor groeide de steden
Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Slide 42 - Sleepvraag

Slide 43 - Video

Samen lezen
Blz. 149, 150 en 151
Maken 1 t/m 6

Klaar start met de herhaling van 4.3


timer
10:00

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Lesdoelen van de les
  1. Benoem 3 verschillen tussen stad en een dorp
  2. Noem een voorziening van een stad
  3. Leg uit hoe urbanisatie ontstaat

Slide 46 - Tekstslide

Lesdoelcheck
  1. Benoem 3 verschillen tussen stad en een dorp
  2. Noem een voorziening van een stad
  3. Leg uit hoe urbanisatie ontstaat

Slide 47 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll