In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht.
Slide 2 - Tekstslide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, doe je dat.
Slide 3 - Tekstslide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Ryan, Dennis, Ihabe.
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine, Shaqell, Anouk, Jara, Shurvin, Bas
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Tekstslide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je deelonderwerpen van een alinea benoemen;
Slide 5 - Tekstslide
Verdiept arrangement
Aan de slag of meedoen met instructie?
Lees en maak les 4.11/4.12, blz. 163 t/m 166, opdr. 32 t/m 34.
Klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toetsen/lezen/tekenen/Smartgame.
Slide 6 - Tekstslide
Mini-check
3 vragen goed = zelfstandig aan de slag.
0 t/m 2 goed = deelnemen aan de instructie
Slide 7 - Tekstslide
Hoe noem je de stukken waarin een tekst verdeeld is?
Slide 8 - Open vraag
Wat is een deelonderwerp?
Slide 9 - Open vraag
Noem een deelonderwerp wat past bij een tekst over school.
Slide 10 - Open vraag
4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia's.
Slide 11 - Tekstslide
Deelonderwerp
In blok 3 heb je geleerd dat een tekst verdeeld is in alinea’s. Een alinea is een stukje tekst over een (deel van het) onderwerp.
Een alinea in een tekst over lichaamsversiering kan bijvoorbeeld over tatoeages gaan. Een andere alinea kan iets vertellen over piercings. Het onderwerp van zo’n alinea noemen we een deelonderwerp .
Slide 12 - Tekstslide
Onderwerp en deelonderwerpen
Elke tekst, geschreven of gesproken, heeft
een onderwerp, het gaat ergens over.
Meestal kun je het onderwerp in één of enkele woorden zeggen.
Een tekst gaat over een bepaald onderwerp en de alinea’s bespreken de verschillende kanten van dat onderwerp. Die verschillende kanten noemen we de deelonderwerpen.
Slide 13 - Tekstslide
Onderwerp en deelonderwerpen
Het onderwerp van de hele tekst wordt verdeeld in deelonderwerpen.
Gaat een tekst bijvoorbeeld over sport, dan kunnen in drie alinea’s hockey, voetbal en tafeltennis besproken worden. Dat zijn dan de deelonderwerpen.
Slide 14 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4.11/4.12, blz. 163 t/m 166, opdr. 32 t/m 34.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 15 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt :
les 4.11/4.12, blz. 163 t/m 166, opdr. 32 t/m 34.
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame.
timer
30:00
Slide 16 - Tekstslide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee!
Slide 17 - Tekstslide
Wat is een deelonderwerp?
Slide 18 - Open vraag
Noem een deelonderwerp bij een verslag/verhaal over: voetbal.
Slide 19 - Open vraag
Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent en alle opdrachten hebt nagekeken.