Laatste les voor toetsweek (H6 TV herhaling)

Planning
1. Terugblik vorige les
2. Lesdoel van deze les
3. Samen oefenen met opdrachten
4. Tijd over? Leren voor donderdag

Voor de toetsweek?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
1. Terugblik vorige les
2. Lesdoel van deze les
3. Samen oefenen met opdrachten
4. Tijd over? Leren voor donderdag

Voor de toetsweek?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel van deze les
Je oefent deze les met taalverzorging hoofdstuk 6

Aan het eind van deze les weet je wat je onder de knie hebt en wat je nog extra moet oefenen voor donderdag.

Slide 2 - Tekstslide

In de verleden tijd van een sterk werkwoord …
A
haal je -en van het hele werkwoord.
B
verandert de klank.
C
verandert er niets.
D
zet je achter de ik-vorm -de(n) of -te(n).

Slide 3 - Quizvraag

Zet de persoonsvorm tussen de haakjes in de verleden tijd.

Slide 4 - Tekstslide

''Waarom [gaan] je niet met mij mee naar het schoolfeest?''

Slide 5 - Open vraag

De persoonsvorm schrijf je anders in de verleden tijd, dan in de tegenwoordige tijd. Geef aan hoe je de persoonsvorm schrijft op de puntjes, zodat hij past in de zin.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm = gaan (tegenwoordige tijd): Ik [....] al jaren naar camping 'de Rimboe'.

Slide 7 - Open vraag

Persoonsvorm = gaan (verleden tijd): Ik [....] al jaren naar camping 'de Rimboe'.

Slide 8 - Open vraag

Lees de volgende vragen goed door en geef aan welk voorzetsel er op de puntjes moet komen te staan.

Slide 9 - Tekstslide

De politieagent was erg geschrokken [...] de boze oude vrouw.

Slide 10 - Open vraag

Mevrouw Haaker werd gefeliciteerd [...] haar trouwdag.

Slide 11 - Open vraag

Noteer twee woorden die je kunt gebruiken als je verwijst naar een man.

Slide 12 - Open vraag

Mijn zusje was gisteren vergeten waar [haar|zij] de sleutels had neergelegd.
A
haar
B
zij

Slide 13 - Quizvraag

Die nieuwe kicksen zien er mooi uit. [Het|Ze] hebben wel erg lange noppen.
A

Slide 14 - Quizvraag

12. Spreek je de -c uit als een -k of als een -s? 

Slide 15 - Tekstslide

Cactus
A
Je spreekt de -c uit als een -k
B
Je spreekt de -c uit als een -s

Slide 16 - Quizvraag

Centrum
A
Je spreekt de -c uit als een -k
B
Je spreekt de -c uit als een -s

Slide 17 - Quizvraag