Thema 6 - BS 3, De oren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom 

• Aanwezigheid
• Wat weten we nog van de vorige les?  

T6, BS 3 - De oren  

Lesdoel: 

Na deze les kan je delen van een oor benoemen met hun taak.  

De buitenkant van je oor

Met je oren kun je geluiden horen. Geluiden zijn trillingen van de lucht. De lucht gaat bijvoorbeeld trillen doordat een metalen fietsbel trilt. Ook een luidspreker laat de lucht trillen. Bij sommige luidsprekers kun je dat zien of voelen.

Op de volgende afbeelding zie je een oor. De oorschelp is het zichtbare gedeelte van het oor. De oorschelp vangt geluiden op.

Gedeelte van de oor die trillingen opvangen. Bestaat uit kraakbeen, vandaar de flexibliteit

Onderdeel van de oor die de trillingen doorstuurt naar het trommelvlies

Gehoorzintuig

Een aanhangsel van het oor. Geen functie. 

De buitenkant van je oor

Op de vorige afbeelding zie je een oor. De oorschelp is het zichtbare gedeelte van het oor. De oorschelp vangt geluiden op. Daarna gaan de geluiden de gehoorgang in. Het andere deel van een oor ligt in de schedel. Dit deel kun je niet zien.

Met welk onderdeel van de oor worden trillingen opgevangen?

1. De oorlel
2. De gehoorgang
3. De oorschelp

Waarom zou de Lynx beter kunnen horen dan de huiskat?

Opvangen van de trillingen

Geven de trillingen van het trommelvlies door aan een vlies in het slakkenhuis

Met lucht gevulde holte achter het trommelvlies

Onderdeel van het oor dat door geluiden in trilling wordt gebracht

Kliertjes in de gehoorgang die oorsmeer produceren.

Oorsmeer zorgt ervoor dat het trommelvlies flexibel blijft

Onderdeel van het oor dat impulsen naar de hersenen geleidt

Onderdeel van het oor dat de trommelholte met de keelholte verbindt

Onderdeel van het oor dat bestaat uit vloeistof, basilair membraan en zintuigcellen

Bouw van het oor

De binnenkant van je oor

Geluiden zijn trillingen van de lucht. De trillingen gaan door de gehoorgang naar het trommelvlies. Het trommelvlies gaat dan trillen.

In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes, deze kliertjes maken oorsmeer. Het oorsmeer houdt het trommelvlies ook soepel.

De binnenkant van je oor

Tegen het trommelvlies liggen de gehoorbeentjes. Als het trommelvlies trilt, doen de gehoorbeentjes dat ook. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis. Het slakkenhuis geeft dan impulsen af aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw vervoert de impulsen naar de hersenen. Je hoort dan geluid.

De buis van Eustachius

De buis van Eustachius verbindt het oor met de keelholte. Door te slikken of te gapen gaat de buis van Eustachius open. Er kan dan lucht door de buis. Daardoor wordt de luchtdruk in je oor gelijk aan de druk buiten je oor. Soms merk je dat dan je oor open 'plopt'. 

We noemen dit ook wel het klaren van de oren.

Waarvoor maakt onze oorsmeerklieren oorsmeer aan?

1. Voor de trillingen in de gehoorgang
2. Voor het flexibel houden van het trommelvlies
3. Voor het verstoppen van de gehoorgang

Onderdeel van het oor dat bestaat uit vloeistof en zintuigcellen.
Waarvan is dit de omschrijving?

1. Trommelholte
2. Gehoorsbeentjes
3. Trommelvlies
4. Slakkenhuis

Soms kan je last hebben van te veel oorsmeer, dan gebruik je een wattenstaaf om het schoon te maken. Leg uit waarom je de wattenstaaf niet te diep in de gehoorgang mag duwen?

Opdrachten

Hoe?	In stilte
Met wie?	Zelfstandig
Hulp?	Eerste 10 minuten zelfstandig, daarna loop ik rond
Klaar?	Nakijken!
Wat?	Vanaf Blz. 90, opdr. 1 t/m 7