Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Nederlands
WELKOM
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige 
en 
samengestelde zinnen

Slide 2 - Tekstslide

De Persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Open vraag

persoonsvorm
1.  Verander de tijd in de zin (tijdsproef)

2. Verander het onderwerp van enkelvoud naar meervoud of andersom (getalsproef)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de pv?
We moesten onze bevindingen rapporteren aan de baas.
A
moesten
B
bevindingen
C
rapporteren
D
we

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de pv?
De financiële afronding van dit project wordt steeds uitgesteld.
A
uitgesteld
B
dit project
C
de financiële afronding
D
wordt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de pv?
Ik zou het probleem graag voor je willen oplossen.
A
willen
B
graag
C
zou
D
oplossen

Slide 8 - Quizvraag

enkelvoudig of samengesteld
Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.

 

Een samengestelde zin heeft twee of meer persoonsvormen.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Hafsa zit onder werktijd vaak te appen. (enkelvoudig)

 2. Bert doet de administratie en Karin verzorgt de acquisitie.         (samengesteld)

3. Als je wilt, dan help ik je, maar alleen als ik niet hoef te     werken. (samengesteld)

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer een komma?
1. Tussen twee persoonsvormen 
   Als we je roepen, mag je binnenkomen.
2. Tussen hoofd- en bijzin.  Het is glad, omdat het vriest.
3. In opsommingen    
 Voor deze saus heb je uien, knoflook, tomaten en olijfolie nodig   4. Voor en/of na een aanspreking of een tussenwerpsel
  Joey, help je die mevrouw even?   Nou, ik weet het niet, Jacco.

Slide 11 - Tekstslide