Schooltrip 6

Week 6 - lesson 2
  • Reading
  • Check words
  • Check homework
  • Grammar
  • Next week
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Week 6 - lesson 2
  • Reading
  • Check words
  • Check homework
  • Grammar
  • Next week

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Check words
Please go to the LessonUp app on your tablet or laptop.

(No mobile phone)

Slide 3 - Tekstslide

What is the Dutch translation of:
journey

Slide 4 - Open vraag

What is the Dutch translation of:
view

Slide 5 - Open vraag

What is the Dutch translation of:
to book

Slide 6 - Open vraag

What is the Dutch translation of:
affordable

Slide 7 - Open vraag

And now the other way around

Slide 8 - Tekstslide

Geef de Engelse vertaling van:
mogelijkheid

Slide 9 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
gewoonlijk

Slide 10 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
nuttig

Slide 11 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van:
eenpersoonskamer

Slide 12 - Open vraag

Check homework
Show me that you have made exercise 15, 16, 17, 18, 19 + 20

Slide 13 - Tekstslide

Exercise 15
1 False. New York hotels can be skyscraper high.
2 False. Young travellers prefer to stay in a youth hostel.
3 True.
4 True.
5 False. There may be internet facilities.
6 False. Breakfast is often served as a buffet.
7 False. Many youth hostels have their own programming including walking tours, concerts, comedy nights and sporting events.
8 True.

Slide 14 - Tekstslide

Exercise 16
1 Ze checkt eerst in.
2 Omdat er airconditioning is.
3 Tiffany bergt haar tas op in een kluisje.
4 Ze haalt de koffie in het jeugdhotel.
5 Er hangt allemaal informatie over wat je in de buurt kunt doen.
6 Omdat ze kan koken wat ze zelf lekker vindt, en ze op deze manier geld kan uitsparen.
7 De barbecue is een prima manier om mensen te ontmoeten.
8 Nee, er is ook livemuziek.

Slide 15 - Tekstslide

Exercise 19
1 how can I help you
2 a double room with a bathroom en suite
3 with a seaside view
4 is in a wheelchair, is there an elevator
5 accessible for wheelchairs
6 I was wondering if the hotel is near the city centre
7 Can I have your address - I will send you a confirmation

Slide 16 - Tekstslide

Grammar 
Prepositions

Slide 17 - Tekstslide

Prepositions

Slide 18 - Woordweb

Prepositions
Kunnen plaats, tijd of beweging aangeven.

Slide 19 - Tekstslide

Plaats
There are two chairs in the hotel room. One is opposite the mirror, the other is next to the TV.

in - in, on - op / aan, next to - naast, in front of - voor, 
behind - achter, between - tussen, under - onder, at - bij, 
over - boven, opposite - tegenover

Slide 20 - Tekstslide

Beweging
When I arrive in London at the station I get off the train and walk through the hall to the nearest bus stop. I often travel by bus. I could go on foot but this is faster.

at - op, on - op / in, off - uit, to - naar, through - door, from - van, by - met (gecombineerd met een vervoersmiddel: by boat, by plane, by bike)

Slide 21 - Tekstslide

Tijd
I left for Los Angeles at 2 o’clock in the morning on the twentieth of February 2004 on a Tuesday.
in - in
at - om
on - op

Slide 22 - Tekstslide

Which preposition?
... September
A
in
B
at
C
on

Slide 23 - Quizvraag

Which preposition?
... twelve o'clock
A
in
B
at
C
on

Slide 24 - Quizvraag

Which preposition?
... Easter Monday
A
in
B
at
C
on

Slide 25 - Quizvraag

Which preposition?
... winter
A
in
B
at
C
on

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Link

Next lesson
Exercise 21 - 25
Study words A + B + C

Don't forget your vlog!

Slide 28 - Tekstslide