TH4G week 6

Nederlands
5 februari
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
5 februari

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Waar zijn jullie gebleven?

- Toetsen en leesverslagen

- Herhaling eerste theorienummers

- Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Waar zijn jullie gebleven?
- Vier leesverslagen en een literatuurlijst

- Toets lezen blok 2, toets lezen blok 3

- Betogende presentatie

- Betoog schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Komende toetsweek
Lezen blok 2:
- Theorienummers bij blok 2
- Toepassen op de teksten

Staat in Magister!


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
Pak theorienummers 32 en 33 erbij van lezen blok 2.

Of op je laptop of uit je boek, het maakt niet uit.

Lees de theorienummers door. Maak aantekeningen terwijl je leest. We gaan hierna een korte quiz doen.

Slide 5 - Tekstslide

Quiz GoFormative (15 minuten)
Ga naar de classroom en log in met je schoolemail op GoFormative via de link. 

Je test je kennis met de quiz. We gaan de antwoorden kort bespreken.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht (20 minuten)
Lees tekst 8 bij opdracht 8 van lezen blok 2.

Kijk daarna voor jezelf: waar ben je met lezen blok 2?
Wat heb je gemaakt? Maak de opdrachten van lezen blok 2 af.

Wat moet je nog doen voor de toetsweek? Vat theorienummers samen

Slide 7 - Tekstslide

Nederlands
6 februari

Slide 8 - Tekstslide

Programma
- Korte quiz theorienummers

- Quiz bij de tekst maken met GoFormative bij tekst 8

- Vrijdag: leesuurtje en werken aan je leesdossier

Slide 9 - Tekstslide

Alinea's worden altijd met elkaar verbonden met behulp van signaalwoorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

De woorden tevens, verder, bovendien en tot slot geven een opsommend verband aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De woorden zo, bijvoorbeeld, ter illustratie en namelijk geven een toelichtend verband aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Bij het schrijven van een tekst breng je verband aan tussen zinnen en alinea's door signaalwoorden en verwijswoorden te gebruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een anekdote en de aanleiding kun je zowel in het begin als in het middenstuk van de tekst aantreffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Het slot van de tekst heeft functies als afweging, toekomstverwachting of aanbeveling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In het middenstuk vind je vaak de bewijsvoering en de probleemstelling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Sommige functiewoorden, zoals theorie -toepassing en oorzaak - gevolg komen vaak samen in een tekstgedeelte voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

De begrippen bewering en constatering zijn synoniemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een karakterisering zul je regelmatig op het einde van de tekst tegenkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht (30 minuten)
Maak de quizvragen in GoFormative. 

- Wat vind je nog lastig?
- Welke theorienummers moet je nog leren?
- Heb je het gevoel dat je de tekst begrijpt?
- Klopt dat ook aan de hand van de antwoorden?

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreken quiz
- Theorienummers

- Structuur

- Tips

- Vragen?

Slide 21 - Tekstslide