Taalregels thema 2

Taalregels thema 2
Lidwoord
Vervangen onderwerp door persoonlijk voornaamwoord
Être 
Avoir 
Voorzetsels landenkampioenschap
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalregels thema 2
Lidwoord
Vervangen onderwerp door persoonlijk voornaamwoord
Être 
Avoir 
Voorzetsels landenkampioenschap

Slide 1 - Tekstslide

Het lidwoord

                                                            



Onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord

Slide 2 - Tekstslide

De Franse lidwoorden voor 'de' en 'het' zijn.....
A
le/la
B
le/la/un/une
C
le/la/les
D
le/la/l'/les

Slide 3 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort hierbij?
klassen = … classes
A
le
B
la
C
les
D
des

Slide 4 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort hierbij?
De vogel = … oiseau
A
le
B
la
C
l’
D
les

Slide 5 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort hierbij?
een appel = … pomme (v)
A
un
B
une
C
des
D
la

Slide 6 - Quizvraag

Het persoonlijk voornaamwoord
meervoud
ik
jij
hij
zij
men
wij
je
tu
il
elle
on
on
on heeft 2 betekenissen
vous heeft 2 betekenissen
wij
jullie
u
zij
zij
nous
vous
vous
ils
elles

Slide 7 - Tekstslide

Vervangen persoonlijk voornaamwoord 
Je kunt (net als in het Nederlands) een onderwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
Le chien est grand = De hond is groot
Il est grand = Hij is groot
De hond is mannelijk enkelvoud en kan worden vervangen door il (= 3e persoon enkelvoud)

Slide 8 - Tekstslide

Vervangen persoonlijk voornaamwoord 
Je kunt (net als in het Nederlands) een onderwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
La fille est grand = Het meisje is groot
Elle est grande = Zij is groot
Het meisje is vrouwelijk enkelvoud en kan worden vervangen door elle (= 3e persoon enkelvoud)

Slide 9 - Tekstslide

Vervangen persoonlijk voornaamwoord 
Je kunt (net als in het Nederlands) een onderwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
Les iPads sont grands = De iPads zijn groot
Ils sont grands = Zij zijn groot
De iPads is mannelijk meervoud en kan worden vervangen door ils (= 3e persoon meervoud)

Slide 10 - Tekstslide

Vervangen persoonlijk voornaamwoord 
Je kunt (net als in het Nederlands) een onderwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
Les tables sont grandes = De tafels zijn groot
Elles sont grandes = Zij zijn groot
De tafels is vrouwelijk meervoud en kan worden vervangen door elles (= 3e persoon meervoud)

Slide 11 - Tekstslide

Waar kan ik het onderwerp door vervangen?
Mes amis (mmv) sont sympas
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles

Slide 12 - Quizvraag

Avoir & Être
Avoir (hebben)
Être (zijn)
Je/J' 
ai
suis
Tu 
as
es
Il/Elle/On 
a
est
Nous
avons
sommes
Vous
avez
êtes
Ils/Elles
ont
sont

Slide 13 - Tekstslide

La femme (v) est petite
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles

Slide 14 - Quizvraag

voorzetsels bij landennamen

Slide 15 - Tekstslide

voorzetsels bij landennamen
J'ai été au Portugal.
Ik ben in Portugal geweest.

Je vais en vacances en France.
Ik ga op vakantie naar Frankrijk.

Slide 16 - Tekstslide

Bij Portugal gebruik ik het voorzetsel AU, omdat het land ... is.
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 17 - Quizvraag