1. Leg de economische bloei van de Republiek uit op het gebied van de handel en de nijverheid.
3. Leg uit wat handelsmonopolie is en wat heeft dat te maken met de VOC en WIC.
2. Welke bevolkingsgroepen profiteerden veel, enigszins en helemaal niet van de welvaart?
4. Noem de overeenkomsten en verschillen tussen de VOC en de WIC.
Eerder klaar? Lees par. blz. 105.