B1E week 8 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• Bon appétit
• Nakijken diagnostische toets
• vragen grammatica
  
• parler

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend met de grammatica voor de toets
  
• heb ik geoefend met de zinnen van parler et écrire en de uitspraak ervan.

Le fromage 

Le petit-déjeuner?

après le plat principal?

Le déjeuner

des tartines?

la cantine scolaire

Le déjeuner

une entrée

un plat principal

du fromage

un dessert

12.00-14.00 uur

Un gouter

16.00 uur

des bonbons

19.00-21.00 uur

Quizzz

Wie verdient een Napoleon?

Les repas pendant la journée en France

7H00 / 8H00
12H00/14H00
16H00/17H00
19H00/21H00

le dîner

le goûter

le déjeuner

le petit-déjeuner

le croissant

la boulangerie

manger

le café

la confiture

le restaurant

la baguette

broodsoorten

beleg

drankjes

algemene woorden over eten

le petit déjeuner

le petit déjeuner

la tartine

la tartine

le beurre

le beurre

le café

le café

la baguette

la baguette

le thé

le thé

le croissant

le croissant

le pain

le pain

le chocolat

le chocolat

manger

manger

le dîner

le dîner

bon appétit

bon appétit

la boulangerie

la boulangerie

la confiture

la confiture

Wat betekent "Bon appétit !"

1. Slaap lekker
2. Eet smakelijk
3. Gefeliciteerd
4. Tot ziens!

Vertaal: "L'entrée"

Vertaal: "Le plat principal"

Wat betekent 'des bonbons'?

1. Bonbons
2. Snoepjes
3. Chocolade
4. Bonzen

Wanneer eet men in Frankrijk normaal gesproken 'le fromage'?

1. Bij het ontbijt
2. Na het hoofdgerecht
3. Als tussendoortje
4. voor het slapen gaan

Traduis: eten

1. préparer
2. manger
3. arriver
4. venir

Welke twee betekenissen heeft 'le carrefour'?

1. het kruispunt - de supermarkt
2. de rotonde - de supermarkt
3. het kruispunt - de oven
4. de rotonde - de oven

Wat is de juiste vertaling van:
" Ik hou niet van kaas".

1. J'aime ne pas le fromage.
2. j'aime ne le fromage pas
3. Je n'aime pas le fromage.
4. ne j'aime pas le fromage

Welke zin is goed?

1. Sandra ne pas mange beaucoup.
2. Sandra ne mange pas beaucoup.
3. Sandra n'mange pas beaucoup.
4. Ne pas Sandra mange beaucoup.

Wat betekent ´un gouter´?

1. een gouden ei
2. een vieruurtje
3. een kaas
4. een toetje

Waar eten Franse scholieren hun lunch?

1. Op het schoolplein, ze eten boterhammen
2. in 'la cantine scolaire', ze eten boterhammen en fruit.
3. In 'la cantine scolaire', ze eten een warme maaltijd
4. In 'la cantine scolaire', ze nemen zelf boterhammen mee.

Ik denk dat de lessenserie wel te doen is?

😒🙁😐🙂😃

Les devoirs

22 februari

Boek B  - unité 6: luisteren 'regarder' blz 50

Maken vragen blz 50

Scannen qr code

of: zie volgende slide

edition.thiememeulenhoff.nl

Toets: wat kun je verwachten?

5 zinnen  - vertaal het Franse woord (5 punten)

5 zinnen - kies uit juiste Franse woord en vertaal het (10 punten)

10 NL woorden - vertalen naar Frans (10 punten)

10 zinnen - kies het juiste NL woord van de 10 woorden (10 punten)

Woordjes

5x vertalen juiste vorm van aller (5 punten)

6 zinnen ontkenning - soms ook regelmatig ww -er veranderen

Bijv. La fenêtre est bleue? Non, la fenêtre n'est pas bleue

C'est joli? Non, ce n'est pas joli. (6 punten)

Tekst

Grammatica

! 16 punten - bijvoeglijk naamwoord

Soms alleen juiste vorm voor achter zelfst. nmw plaatsen

sympa      il est un  ..........garçon ...........

vieux     Elle a une .......grand-mère ..........

Soms vertaal het deel tussen haakjes

Il a (een rode tafel)

Tekst

Grammatica

4 zinnen - 8 punten

Leer de standaardzinnen goed uit je hoofd

Soms worden sommige gedeeltes vervangen door andere woorden.

Bijv. Ik woon in een klein dorp

Mijn bed staat voor/naast/ tegenover het raam.

Tekst

Zinnen

4 zinnen - 8 punten

Il n'y a pas de .... Er is geen.....

Zie zin 8 blz 136.

Tekst

Zinnen

Maak ontkennend:
Ton prof est sympa?
Non, il ..........................

Il aime beaucoup le coca.
Non, il ..............

Vous habitez à Delft?
Non, je ........

C'est joli?
Non, ce ..................

Sophie est (een frans meisje) qui habite à Paris.

Alice porte une ...... robe .....
(nieuw)

Il a une ......note ....... (goed)

Dans ce film il y a (een leuke actrice)

Casper est (een nederlandse jongen)

zin 8 apprendre 9: Il n'y a pas de
Maak andere zin.

Zinnen maken - travailler à deux

Stel elkaar de vragen zoals bij apprendre 7 en 9

Verander de antwoorden zodat ze passen bij jouw situatie

Bijv. Mijn bed staat tegen de muur, mijn stoel staat voor het bureau.

gebruik voorzetsels zoals in apprendre 10

Zin 8 apprendre 9: Il n'y a pas de = er is geen........

www.instagram.com

www.instagram.com