07/11/2024 H3 §3 Nazi-Duitsland en het buitenland

H3: Het Interbellum
Nazi-Duitsland en het buitenland
▶ De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
▶ Fascisme in Italië
▶ Nationaalsocialisme in Nederland
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3: Het Interbellum
Nazi-Duitsland en het buitenland
▶ De buitenlandse politiek van nazi-Duitsland
▶ Fascisme in Italië
▶ Nationaalsocialisme in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik (nakijken §2)
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 3 - Tekstslide

15 min.
SOMtoday
  • Lees H3 §2 op pg. 86, 88 en 90.
  • Maak opdr. 1 t/m 15 op pagina 87, 89 en 91.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel (H3 §3)
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 6 - Tekstslide

10 min.
Leerdoel(en) 
  1. Je kunt beschrijven welke stappen                                             nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.
  2. Je kunt overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.
  3. Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse regering            omging met de economische crisis vanaf 1929, en              welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie (H3 §3)
  4. Aan de slag
  5. Volgende les

Slide 8 - Tekstslide

20 min.

Wat is GEEN oorzaak voor het ontstaan van 
de economische crisis in de VS in de jaren '30?
A
Veel mensen hadden producten en aandelen gekocht met geleend geld
B
Producenten konden niet aan de grote vraag naar producten voldoen
C
Mensen verkochten na de beurskrach in paniek hun aandelen
D
Amerikanen hadden onverstandige leningen afgesloten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat probeert de tekenaar met deze afbeelding duidelijk te maken?
Benoem in je antwoord de 4 kenmerken uit
de bron aangegeven door de rode pijlen. 

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hitler beloofde het 
Verdrag v. Versailles 
terug te draaien. 


Hij stopt met de 
herstelbetalingen,
vergroot het leger 
en geeft bedrijven 
opdracht tot het 
produceren van wapens.


VERDRAG VAN VERSAILLES

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Om sterker te staan tegenover de andere landen in 
Europa zoekt Hitler een nieuwe bondgenoot.

Wat is een 'bondgenoot'?                   
A
Een volk of land dat een beroepsleger heeft
B
Een volk of land dat samenwerkt met een ander volk of land
C
Een volk of land dat zijn eigen leiders houdt
D
Een volk of land dat zoveel mogelijk gebieden wil veroveren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 'as' Rome-Berlijn
Na WOI waren veel Italianen teleurgesteld:
  • Italië hoorde bij de overwinnaars, maar kreeg geen gebiedsuitbreiding in het Verdrag van Versailles.
  • Het ging slecht met de economie. Er was weinig geld voor de wederopbouw en de werkloosheid was hoog. 
  • De regering was zwak en ondernam weinig. Veel mensen steunden partijen met nieuwe ideeën.


In 1922 kwam zo’n nieuwe partij in de regering:
de partij van Benito Mussolini

Onder Mussolini werd Italië
een dictatuur en een fascistisch land.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het fascisme
2 minuten
Kijkvraag:
  • Welke kenmerken van het fascisme worden genoemd?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken heeft het fascisme?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Nazi-Duitsland en Italië sloten een bondgenootschap. Dat was geen toeval: 
de ideeën van de Italiaanse leider leken op die van Hitler, met één verschil.

Wat is het verschil tussen fascisme en nationaalsocialisme?
A
Fascisme is antisemitisch en nationaalsocialisme niet
B
Nationaalsocialisme is antisemitisch en fascisme niet
C
Fascisme wil één sterke leider en nationaalsocialisme niet
D
Nationaalsocialisme wil één sterke leider en fascisme niet

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de kenmerken van zowel het fascisme als het nationaalsocialisme
is het sterke nationalisme. Dit uit zich bij de nazi's in het idee 'Heim ins Reich'. 
Gebruik de bron. Wat betekent 'Heim ins Reich', en in welke stappen uit zich dat?
HEIM INS REICH

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

'Heim ins Reich'
De nazi’s wilden dat alle Duitssprekenden in één groot 
Duits rijk zouden wonen, dit idee heet 'Heim ins Reich'. 
  • In Oostenrijk woonden vooral Duitssprekende mensen                     en daarom vond Hitler dat het bij Duitsland hoorde.                            In 1938 vond de Anschluss plaats.
  • Na de inname van Oostenrijk eiste Hitler Sudetenland op,               het Duitstalige deel van Tsjecho-Slowakije. Maar de regering           van Tsjecho-Slowakije weigerde dit gebied af te staan.

Er dreigde een oorlog uit te breken... 

Met de verwoestende Eerste Wereldoorlog nog vers in het 
geheugen komen Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Duitsland
in 1938 bijeen op de Conferentie van München.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Conferentie van München 1938
4 minuten
Kijkvragen:
  • Welk land is niet aanwezig, en waarom is dit vreemd?
  • Waarom geven Groot-Brittannië en Frankrijk toe aan Hitler?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk land is niet bij Conferentie van München, en waarom is dit raar?
BONUS: Gebruik de kaart. Welke landen zijn dit nu? 

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Groot-Brittannië: 'Denk eraan... nog één snoepje en dan gaan jullie naar huis!'
Gebruik de bron. Wat is 'appeasementpolitiek'? 

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

LEBENSRAUM
Hitler wilde 'Lebensraum' voor zijn volk. 

Gebruik de bron. 
Wat bedoelen we met 'Lebensraum'? 

Bonuspunten als je in je antwoord ook 
de begrippen 'appeasementpolitiek
en 'Conferentie van München' gebruikt.

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL in de jaren '30
  • Nederland had als handelsland veel last van de economische crisis in de jaren '30. 

  • Er gingen veel bedrijven failliet en de werkloosheid en de armoede groeiden.

  • De regering van minister-president Hendrik Colijn probeerde de            problemen op te lossen door de zogenoemde aanpassingspolitiek

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een aanpassingspolitiek?
A
De regering past de uitgaves aan aan de inkomsten.
B
De regering past de uitgaves aan aan de hoeveelheid arbeiders.
C
De regering past zich aan aan de economie van de buurlanden.
D
De regering past de inkomsten aan aan de uitgaven.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Om de ergste armoede te bestrijden kregen werklozen een (lage) uitkering, maar om die te krijgen moesten zij een paar keer per dag naar een stempelkantoor om daar een stempel te laten zetten in hun stempelkaart. 
Waarom werden werklozen verplicht om te stempelen?
A
Zo kon de overheid controleren waar mensen woonden
B
Zo kon de overheid voorkomen dat teveel mensen steun kregen
C
Zo kon de overheid voorkomen dat de mensen te lui werden
D
Zo kon de overheid voorkomen dat mensen onterecht steun kregen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn werkverschaffingsprojecten?
De regering organiseerde ook werkverschaffingsprojecten. 
Wie het werk weigerde, kon zijn uitkering verliezen.
Wat zijn werkverschaffingsprojecten?
A
Projecten waarmee de overheid werklozen vrijwilligerswerk laat doen
B
Projecten waarmee de overheid werklozen traint voor een nieuwe baan
C
Projecten waarmee de overheid werklozen aan werkhelpt en een beetje inkomen geeft
D
Projecten waarmee de overheid werklozen bestraft

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anton Mussert richtte in 1931 een extreemrechtse politieke partij op: 
de Nationaalsocialistische Beweging (NSB). 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De NSB van Anton Mussert
3 minuten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De NSB
Kenmerken:
  • Mussert vond dat Nederland een         krachtige leider nodig had en wilde             een einde maken aan de democratie.
  • De NSB wilde Nederland en Vlaanderen   samenvoegen tot een ‘Groot-Nederland’. 
  • Om hun boodschap te verspreiden             had de NSB een eigen knokploeg. 
  • Veel NSB-leden waren antisemitisch;         vanaf 1935 was de partij openlijk               anti-Joods en steunde ze Hitler.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel(en) 
  1. Je kunt beschrijven welke stappen                                             nazi-Duitsland vóór 1939 zette richting oorlog.
  2. Je kunt overeenkomsten en een verschil noemen tussen de ideeën van Duitse nationaalsocialisten en Italiaanse fascisten.
  3. Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse regering            omging met de economische crisis vanaf 1929, en              welke invloed deze crisis had op de opkomst van de NSB.



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag (H3 §3)
  5. Volgende les

Slide 40 - Tekstslide

15 min.
Aan de slag 
  1. Lees H3 §3 op pg. 92, 94 en 96.
  2. Maak opdracht 1 t/m 15 (- 11) op pagina 93, 95 en 97.

Slide 41 - Tekstslide

Eindtijd noteren op whiteboard
Volgend onderdeel? 
  1. Terugblik
  2. Leerdoel
  3. Instructie
  4. Aan de slag
  5. Volgende les (H3 §3, SOM)

Slide 42 - Tekstslide

05 min.