Jouw adres
(naam, adres, woonplaats) Adres geadresseerde (naam, adres, woonplaats)
Plaats, datum
Betreft: ... (waar gaat het over?)
Aanhef (Geachte, beste)
Inhoud van de brief (waarom schrijf je?)
Slotgroet (met vriendelijke groet)
Afzender (je naam)