Module 5 Cliënt en Samenleving H4 De samenleving

Module 5 
H4 De samenleving
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module 5 
H4 De samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les:
- weet je wat supportgericht werken is
- ken je 2 steunsystemen
- weet je het verschil tussen sociale insluiting en sociale uitsluiting
- weet je welke maatschappelijke levensgebieden er zijn
- weet je wat de WMO inhoudt

Slide 2 - Tekstslide

Supportgericht werken
Supportgericht werken richt zich op ondersteuning van cliënten die niet zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Zij hebben belemmeringen vanuit de ICF op persoonlijke en externe factoren. 
Je kijkt bij supportgericht werken naar:

- wensen en ondersteunignsbehoeften van de cliënt
- mogelijkheden van de cliënt
- het sociale netwerk van de cliënt
- functioneren in de samenleving

Slide 3 - Tekstslide

Steunsystemen
Bij Supporgericht werken maak je gebruik van 2 soorten steunsystemen:
- persoonlijk steunsysteem: piramide van Maslow
- maatschappelijk steunsysteem: voorzieningen in de samen-
   leving

Slide 4 - Tekstslide

Piramide van Maslow
- Lichamelijke behoeften
- Veiligheid en zekerheid
- Sociaal Contact
- Waardering en Erkenning
- Zelfontplooiing 

Slide 5 - Tekstslide

Voorzieningen in de samenleving
Voorzieningen ohgv Zorg en Welzijn, geregeld in de WMO
Onderscheid in Maatwerkvoorzieningen (aangevraagd) en Algemene voorzieningen (niet aangevraagd)
Sociale kaart: overzicht van instellingen ohgv. Zorg, Welzijn of Maatschappelijke dienstverlening

Slide 6 - Tekstslide

Voorzieningen WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
Sociaal wijkteam
Gemeente - WMO loket
Keukentafelgesprek
Meer participatie of zelfredzaamheid!



Slide 7 - Tekstslide

Sociale insluiting

Slide 8 - Woordweb

Sociale insluiting
- sociale inclusie genoemd
- opgenomen worden in de maat-
   schappij

Slide 9 - Tekstslide

Sociale uitsluiting

Slide 10 - Woordweb

Sociale uitsluiting
- mensen in meer of mindere mate niet kunnen deelnemen aan de samenleving.
   sommigen krijgen een stigma

Denk aan:
- iemand ervaart een tekort aan sociale contacten (eenzaamheid)
- iemand heeft onvoldoende middelen en mogelijkheden om deel te nemen
   in de samenleving
- iemand heeft onvoldoende toegang tot sociale voorzieningen zoals onder-
   wijs, zorg en onderdak
- iemand wordt afgewezen door mensen in de samenleving
- iemand wordt gedicrimineerd

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht:
Bedenk welke verschillende oorzaken sociale uitsluiting kan hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Maatschappelijke levensgebieden
Een mens ontwikkelt zich in zijn maatschappelijk leven op verschillende gebieden....

Slide 13 - Tekstslide

Maatschappelijk levensgebieden

Slide 14 - Woordweb

Maatschappelijke levensgebieden
- Gezin/thuissituatie
- School/studie
- Werk
- Burgerschap
- Vrije tijd

Actief zijn/inactief zijn in levensgebieden kan diverse gevolgen hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag?
Welke levensgebieden zijn voor jullie belangrijk en waarom?

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Kijk eens naar de levensgebieden van een cliënt. Hoe zien die eruit? Gebruik een cliënt van je stage. 
Overleg met medestudenten.

Slide 17 - Tekstslide

Transitie
Een ingrijpende, diepgaande verandering in het maatschappelijke leven.
Transities kunnen samenhangen met een overgang tussen de levensfasen.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden van transitie?

Slide 19 - Woordweb

Veranderingen en transities
Wanneer een client een transitie doormaakt heeft dit invloed op de rest van zijn leven.
- brengt de nodige uitdagingen met zich mee
- loopt iemand vast in zijn transitie, kan professionele hulp 
   nodig zijn.

Slide 20 - Tekstslide