Bezittelijk voornaamwoord 4

Bonjour la classe!


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour la classe!


Slide 1 - Tekstslide

 Leerdoelen 
-Ik ken de Franse vormen van het bezittelijk voornaamwoord 
 -Ik kan de Franse vormen van het bezittelijk voornaamwoord   gebruiken
-Ik weet dat het zelfstandig naamwoord de vorm van het          bezittelijk voornaamwoord bepaalt

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf alle vormen van het bezittelijk voornaamwoord op die je kent (in het Nederlands

Slide 3 - Open vraag

de bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 4 - Sleepvraag

Het zelfstandig naamwoord bepaalt!
ma tante (v)
mon oncle (m)
mes tantes / mes oncles (Mv)

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les chiens
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
son
sa
ses

Slide 8 - Sleepvraag

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 9 - Sleepvraag

Als een zelfstandig naamwoord met een klinker of stomme H begint (a,e,i,o,u,h)....

dan krijg je OOK bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden mon, ton of son.

son école (v)
mon amie (v)
ton armoire (v)

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles (mannelijk meervoud)
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 12 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mon ami
D
ma ami

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs
C
sa
D
ces

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) bureau
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) affaires
A
sa
B
ta
C
son
D
ses

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide