Gebiedende wijs

 Gebiedende wijs
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Gebiedende wijs

Slide 1 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Sta op!
Loop naar het bord!
Doe het raam dicht!
Doe het raam weer open!
Klap in je handen!
Ga weer zitten!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren vandaag?
* Wat is de gebiedende wijs? 
* Wanneer gebruik je de gebiedende wijs?
* Hoe maak en schrijf je de gebiedende wijs?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer?
  • Een bevel
  • Een instructie
  • Een waarschuwing
  • Een verzoek

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Gebiedende wijs:

– Je gebruikt de ik-vorm van het werkwoord.
– Je zegt geen 'wie' of 'wat'.
– Er staat meestal een uitroepteken ('!') achter de zin.

Slide 5 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Sta op!
Loop naar het bord!
Doe het raam dicht!
Doe het raam weer open!
Klap in je handen!
Ga weer zitten!

Slide 6 - Tekstslide

  • de gebiedende wijs van het werkwoord  zijn is Wees:
  • Wees maar niet bang!
  • bij een scheidbaar werkwoord staat het extra woordje aan het einde van de zin:
  • trek je kleren maar aan, ( aantrekken)
  • sta maar snel op. ( opstaan)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Bij de gebiedende wijs
schrijf je de ik-vorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Zinnen met een gebiedende wijs hebben geen onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

geven

.... die meneer eens een hand!
A
geven
B
geef
C
gaf
D
geeft

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je moet opletten hoor!
B
Let op!

Slide 12 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je mag niet bewegen!
B
Je moet niet bewegen.
C
Beweeg je niet.

Slide 13 - Quizvraag

pakken

........ maar een snoepje.

A
pakken
B
pak
C
pakk
D
pakt

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is goed?

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Pak die kroket eens aan!
B
Die kikker is vies!
C
Jij gemenerik!
D
Goed idee!

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Maak het eten op smaak met zout en peper.
B
Je moet het eten even op smaak brengen.

Slide 17 - Quizvraag

Juf vraagt de kinderen om hun boek open te doen op bladzijde 17.
A
We gaan beginnen op blz. 17.
B
Ik begin met de les op blz. 17.
C
Ik wil graag dat jullie je boek pakken.
D
Doe je boek open op bladzijde 17.

Slide 18 - Quizvraag

wat is de goede vorm van het werkwoord?
A
kijk allemaal naar het bord!
B
kijken allemaal naar het bord!

Slide 19 - Quizvraag

wat is de goede vorm?
A
Eten je bord leeg!
B
eet je bord leeg!

Slide 20 - Quizvraag

wat is de goede vorm?
A
kijk je werk na!
B
kijken je werk na!

Slide 21 - Quizvraag

wat is de goede vorm?
A
poetsen je tanden goed voor je gaat slapen!
B
poets je tanden goed voor je gaat slapen!

Slide 22 - Quizvraag

welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
je moet eerst oversteken
B
daarna moet je rechtdoor lopen
C
en neem ook de trap!
D
dan moet je naar links gaan

Slide 23 - Quizvraag