Rekenen jr2 Blok 2 les 5

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen les 5
Hoe snel ga je?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe snel mag een auto op de snelweg rijden?
A
60 km/u
B
100 m/s
C
100 km/u
D
10 m/s

Slide 4 - Quizvraag

Hoe snel loop je ongeveer?
A
6 km/u
B
1,5 m/s
C
60 km/u
D
10 m/s

Slide 5 - Quizvraag

En een gewone hardloper?
Hoe hard loopt die?
A
20 km/u
B
10 km/u
C
5 km/u
D
10 m/s

Slide 6 - Quizvraag

Hoe ver is het van Hilversum naar Amsterdam?
A
100 km
B
22 km
C
19 km
D
36 km

Slide 7 - Quizvraag

Hoe veel meter is de gang ongeveer?
A
50 m
B
10 km
C
30 m
D
20 m

Slide 8 - Quizvraag

Les 5

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel:
  1. Ik kan snelheden omrekenen van km per uur naar meter per seconde (les 5)
  2. Ik begrijp de driehoek van afstand, snelheid en tijd en kan daarmee rekenen (les 6)

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Als ik door de gang loop met 1 m/s (dus in 1 seconde loop ik 1m), dan loop ik in 1 uur:
1 x 3,6 = 3,6 km
(dus ongeveer 3,5 km per uur)

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen:

Jelle fietst 10 m/s.
Hoeveel kilometer per uur (km/u) is dat?
A
3,6 km/u
B
36 km/u
C
360 km/u
D
10 km/u

Slide 12 - Quizvraag

Even oefenen:

Milla loopt 4 m/s hard.
Hoeveel kilometer per uur (km/u) is dat?
A
40 km/u
B
10 km/u
C
14,4 km/u
D
12,8 km/u

Slide 13 - Quizvraag

Even oefenen:

Mijn vader rijdt 22 m/s met de auto.
Hoeveel kilometer per uur (km/u) is dat?
A
80 km/u
B
79,2 km/u
C
88 km/u
D
72,7 km/u

Slide 14 - Quizvraag

Let op!
Als ik naar school fiets met 15km/u (dus in 1 uur fiets ik 15km), dan fiets ik in 1 seconde:
15: 3,6 = 4,14 meter
(dus iets meer dan 4 meter in 1 seconde)

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen:

Mila loopt 12km/u hard.
Hoeveel meter per seconde (m/s) is dat?
A
3 m/s
B
3,33 m/s
C
4,4 m/s
D
6,67 m/s

Slide 16 - Quizvraag

Even oefenen:

Jelle fietst 22km/u hard.
Hoeveel meter per seconde (m/s) is dat?
A
1,11 m/s
B
2,22 m/s
C
66 m/s
D
6,11 m/s

Slide 17 - Quizvraag

Even oefenen:

Mijn vader rijdt 100km/u met de auto.
Hoeveel meter per seconde (m/s) is dat?
A
27,78 m/s
B
33,33 m/s
C
50 m/s
D
20 m/s

Slide 18 - Quizvraag

Ga nu zelf aan de slag met les 5 in je mapje.

Slide 19 - Tekstslide

Les 6

Slide 20 - Tekstslide

Let op!
Snelheid wordt vaak uitgedrukt in km/u (kilometer per uur).
Een snelheid van 80 km/u betekent dat iemand in één uur 80 kilometer aflegt.

De meest belangrijke formule voor dit soort wegsommen is de volgende:

Slide 21 - Tekstslide

Een trucje om deze formule te onthouden:

Slide 22 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Afstand = Snelheid x Tijd
Je rijdt 2 uur lang met een snelheid van 80 km/u
en je wilt weten hoeveel afstand je hebt afgelegd:
snelheid = 80 km/u
tijd = 2 uur
Dus de afstand is 80 x 2 = 160 km

Slide 23 - Tekstslide

Even oefenen:
Jelle fiets 3 uur met een snelheid
van 25 km/u. Hoeveel km heeft hij
dan gefietst?
A
8km
B
75km
C
28km
D
100km

Slide 24 - Quizvraag

Even oefenen:
Mila loopt 1,5 uur hard met een
snelheid van 10 km/u. Hoeveel
km heeft zij dan gelopen?
A
11,5km
B
150km
C
15km
D
150m

Slide 25 - Quizvraag

Even oefenen:
Mijn vader rijdt 5 uur met een
snelheid van 110 km/u. Hoeveel
km heeft hij dan gereden?
A
500km
B
55km
C
155km
D
550km

Slide 26 - Quizvraag

Als je niet de afstand maar juist de snelheid wilt weten dan kan je dezelfde formule een klein beetje aanpassen:

Slide 27 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Snelheid = Afstand : Tijd
Je rijdt in 2 uur een  afstand van 150 km. Wat was dan je snelheid?
afstand = 150km
tijd = 2 uur
De snelheid is: 150 : 2 = 75 km/u

Slide 28 - Tekstslide

Even oefenen:
Jelle fiets 3 uur en heeft 60km
afgelegd. Hoe snel heeft
hij dan gefietst?
A
57km
B
90km
C
20km
D
30km

Slide 29 - Quizvraag

Even oefenen:
Milla loopt 2 uur hard en heeft
18km afgelegd. Hoe snel heeft
zij dan gelopen?
A
9km/u
B
90km/u
C
10km/u
D
20km/u

Slide 30 - Quizvraag

Even oefenen:
Mijn vader rijdt 4 uur en heeft
480km afgelegd. Hoe snel heeft
hij dan gereden?
A
100km/u
B
200km/u
C
120km/u
D
110km/u

Slide 31 - Quizvraag

Als je niet de afstand maar juist de tijd wilt weten dan kan je dezelfde formule een klein beetje aanpassen:

Slide 32 - Tekstslide

Een voorbeeld:
Tijd = Afstand : Snelheid
Je rijdt 600 km met een snelheid van 100 km/u. Hoe lang doe je daarover?
afstand = 600km
Snelheid = 100 km/u
De tijd is dan: 600 : 100 = 6 uur

Slide 33 - Tekstslide

Even oefenen:
Jelle fietst met een snelheid van
30km/u, een afstand van 60km.
Hoe lang doet hij daarover?

A
2 min
B
3 uur
C
2 uur
D
120 min

Slide 34 - Quizvraag

Even oefenen:
Mila loopt 33km met een tempo
van 11km/u.
Hoe lang doet zij daarover?

A
22 uur
B
3 uur
C
2 uur
D
1,5 uur

Slide 35 - Quizvraag

Even oefenen:
Mijn vader rijdt 1000km met een
tempo van 100km/u.
Hoe lang doet hij daarover?

A
10 uur
B
100 uur
C
1 uur
D
9 uur

Slide 36 - Quizvraag

Nu ga je zelf aan de slag met les 6 in je mapje

Slide 37 - Tekstslide

Even reflecteren!
  1. Hoe ging deze les?
  2. Heb je actief meegedaan?
  3. Weet je hoe je snelheid om kunt rekenen?
  4. Begrijp je de driehoek afstand / snelheid / tijd?

Slide 38 - Tekstslide