Examentraining Kunst en Leven
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent het woord 'Renaissance'?
Slide 3 - Open vraag
Hoe noem je een 'begunstiger van de kunst', dat begon tijdens de renaissance?
Slide 4 - Open vraag
De opkomst van deze denkwijze zorgt ook voor veranderingen binnen de kunst.
A
Filosofie
B
Verlichting
C
Humanisme
Slide 5 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort niet bij Renaissance-kunst?
A
Perspectief
B
Juiste verhoudingen
C
Ook niet-religieuze onderwerpen
D
Je eigen werk niet signeren
Slide 6 - Quizvraag
Perfectie en harmonie waren belangrijk in de Griekse, Romeinse en Renaissance architectuur. Hoe konden ze deze perfectie bijvoorbeeld bereiken?
A
Door organische vormen
B
Door skeletbouw
C
Door symmetrie
D
Door pilasters/halfzuilen
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noem je een schilderij zoals deze?
A
Fresco
B
Secco
C
Trompe-l'oeil
Slide 8 - Quizvraag
Welke idealen had William Morris van de Arts and Crafts-beweging?
A
Ambachtelijke producten voor een betaalbare prijs maken
B
Zo snel en goedkoop mogelijk gebruiksvoorwerpen produceren
Slide 9 - Quizvraag
Welke kenmerken horen bij kunstwerken (schilderijen, gebouwen, beeldhouwwerken) uit de Renaissance?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de chronologische volgorde....
A
Neoclassicisme, Romantiek,
Impressionisme, Expressionisme
B
Romantiek, Neoclassicisme, Expressionisme, Impressionisme
C
Impressionisme, Expressionisme, Romantiek, Neoclassicisme
D
Neoclassicisme, , Expressionisme, impressionisme, Romantiek
Slide 12 - Quizvraag
Welke compositievorm zie je hier?
A
Driehoekscompositie
B
Centrale compositie
C
Dynamische compositie
D
Overall compositie
Slide 13 - Quizvraag
Dit werk is een:
A
Assemblage
B
Installatie
C
Ready made
D
Performance
Slide 14 - Quizvraag
Dit werk is een:
A
Assemblage
B
Installatie
C
Ready made
D
Performance
Slide 15 - Quizvraag
"The Beanery", een kunstwerk van
Edward Kienholz uit 1965
is een:
A
Environment
B
Performance
C
Ready-made
D
Happening
Slide 16 - Quizvraag
Welke voordelen heeft prefab bouwen?
A
Constante bouwkwaliteit
B
Lagere kosten
C
Snellere bouwtijd
D
Minder weersgevoelig
Slide 17 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
Futurisme
B
Dadaïsme
C
Surrealisme
D
Expressionisme
Slide 18 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
Bauhaus
B
Art deco
C
Art nouveau
D
Futurisme
Slide 19 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
Classicisme
B
Neogotiek
C
Futurisme
D
Deconstructivisme
Slide 20 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
Futurisme
B
Kubisme
C
De Stijl
D
Constructivisme
Slide 21 - Quizvraag
Uit welke stroming komt dit kunstwerk?
A
Dadaïsme
B
Futurisme
C
Minimalisme
D
Constructivisme
