KB Aufgabe 1
S. 20
A: Bekijk de plaatjes A, B & C. Lees de tekstjes 1, 2 en 3. Verbind vervolgens het juiste plaatje met het juiste tekstje.
B: Wer macht was? Kijk wie wat doet & schrijf de zinnen juist over in je schrift. Let op de woordvolgorde! (ow-pv-rest)