quiz vrijdag 12 maart

Wanneer zijn de verkiezingen?
A
15 maart
B
16 maart
C
17 maart
D
18 maart
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer zijn de verkiezingen?
A
15 maart
B
16 maart
C
17 maart
D
18 maart

Slide 1 - Quizvraag

Wie zie je hier?
A
Rutte
B
de Jonge
C
Wilders
D
Slob

Slide 2 - Quizvraag

Welke verkiezingen zijn er straks in maart?
A
Gemeentelijke verkiezingen
B
provinciale staten
C
Europese verkiezingen
D
Landelijke verkiezingen

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel jaar zit er tussen verkiezingen
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag


Tijdens de verkiezingen mag er gestemd worden. 
Vanaf welke leeftijd mag dat eigenlijk?
A
Vanaf 0 jaar.
B
Vanaf 16 jaar.
C
Vanaf 18 jaar.
D
Vanaf 20 jaar.

Slide 5 - Quizvraag

In r. 4 staat het woord lijsttrekker. Wat is een lijsttrekker?
Iemand die .....
A
bovenaan de namenlijst van een partij staat bij verkiezingen
B
een namenlijst maakt van een partij bij verkiezingen
C
gewonnen heeft bij de vorige verkiezingen
D
reclameposters maakt voor een politieke partij

Slide 6 - Quizvraag

Waarom mogen mensen van 70 jaar en ouder ook per brief stemmen?

A
Dan hebben ze meer tijd om na te denken over op wie ze willen stemmen.
B
Dan hoeven ze niet naar het stembureau, en dan wordt het minder druk daar.
C
Dan is het minder werk om na de verkiezingen alle stemmen te tellen.

Slide 7 - Quizvraag


Voor de verkiezingen voeren politieke partijen campagne. Wat is het doel van zo'n campagne vooral, denk je?
A
De kiezer informeren over wat de partij belangrijk vindt.
B
De kiezer uitleggen hoe er gestemd moet worden op 17 maart.
C
De kiezer amuseren tijdens het flyeren en aanspreken op straat.
D
De kiezer overhalen op de partij te stemmen.

Slide 8 - Quizvraag

het stemrecht
A
is je recht om iets te doen
B
het recht staan
C
is je recht om te stemmen
D
is je recht dat je mag meedoen aan de verkiezingen

Slide 9 - Quizvraag

Wat werd er gisteren herdacht in Japan
A
een aardbeving met veel slachtoffers
B
een bosbrand
C
een oorlog
D
verjaardag van de keizer

Slide 10 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
niews
B
nieuws
C
nieeuws
D
niuws

Slide 11 - Quizvraag

wij rekenen
A
klankgroepenwoord
B
plankwoord
C
zingwoord
D
politiewoord

Slide 12 - Quizvraag

rekenen Toen _____________ Karel op een hoog cijfer.

Slide 13 - Open vraag

Vliegtuigen zijn vaak gemaakt van....
A
Staal
B
Platina
C
Aluminium
D
Zink

Slide 14 - Quizvraag

schattend rekenen

305 x 295
A
90.000
B
60.000
C
9000
D
6000

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
De kinderen maken hun spelling.
A
De kinderen
B
maken
C
hun
D
spelling

Slide 16 - Quizvraag

Wat hoort niet bij natuur?
A
mieren
B
fietsen
C
mos
D
bos

Slide 17 - Quizvraag

Hoe lang duurt het voor totdat een plastic flesje is opgeruimd door de natuur
A
1 jaar
B
5 jaar
C
20 jaar
D
oneinding

Slide 18 - Quizvraag

De dokter luisterde met een stethoscoop 
naar mijn hart
Welk woord is de persoonsvorm?
dokter
De
luisterde
mijn
stethoscoop

Slide 19 - Sleepvraag

Welke uitspraak hoort bij wie? Slepen maar!
de minister
de volksvertegenwoordiger
de politicus
"Ik werk in de regering van een land en geef de leiding aan een ministerie bijvoorbeeld het ministerie van Onderwijs."
"Ik werk in de politiek en help mee het land te besturen."
"Ik ben tijdens verkiezingen door de bevolking gekozen als vertegenwoordiger."

Slide 20 - Sleepvraag

ik wachtte

hij verbeterde

wij stapten
ik-vorm+te
ik vorm+de
ik-vorm+ten

Slide 21 - Sleepvraag

F

Slide 22 - Open vraag