Hoofdstuk 6 paragraaf 1

Aan de slag
§6.1 Collectieve voorzieningen

T.boertien@ooz.nl
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan de slag
§6.1 Collectieve voorzieningen

T.boertien@ooz.nl

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan uitleggen wat de taken van de overheid zijn.
  • Ik kan voorbeelden geven van de taken van de overheid.
  • Ik kan de verschillende instanties van de overheden benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Collectieve voorzieningen

Slide 3 - Tekstslide

De overheid
betaalt de collectieve voorzieningen;
onderhoudt de collectieve voorzieningen;
regelt het gebruik van de collectieve voorzieningen;
let op de naleving van de regels.

De collectieve voorzieningen worden voor het grootste deel betaald en onderhouden van belastinggeld.

Slide 4 - Tekstslide

Instansies bij de overheid:
Het Rijk – gaat over landelijke zaken, zoals het leger en ontwikkelingshulp.
De provincies – gaan over provinciale zaken, zoals provinciale fietspaden en de aanleg van nieuwe natuurgebieden.
De gemeenten – gaan over plaatselijke zaken, zoals de aanleg van speeltuinen en hulp aan mensen met een handicap.
De waterschappen – gaan over het waterbeheer, zoals versteviging van dijken en de hoogte van het grondwaterpeil.


Inhoud

Slide 5 - Tekstslide

Waar horen de provincies bij?
A
Het bedrijfsleven
B
De overheid

Slide 6 - Quizvraag

Wat doet het Rijk? Kies de twee juiste antwoorden.
A
Zij neemt beslissingen over de kinderbijslag
B
Zij voert de onderwijsinspectie uit
C
Zij zet een kerstboom in elke stad
D
Zij zorgt voor de winkels in een winkelcentrum

Slide 7 - Quizvraag

Er komt water door de polderdijk heen.

Wat is het gevaar hiervan?

Slide 8 - Open vraag

Stel dat een natuurliefhebber een weg wil afsluiten om van de vogels te genieten.

Waarom zal de overheid dat niet toestaan?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met H6 §1
  • Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
  • Klaar? Maak versterk jezelf. 
  • Je werkt voor jezelf. 
  • Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
  • Je werkt in stilte.










Slide 10 - Tekstslide