Volrijm: Met hand en tand hand en tand rijmen op elkaar, want ze eindigen allebei met and. Het is volrijm, want de beklemtoonde klinker en de daarop volgende klanken rijmen.
Halfrijm:
1. voor dag en dauw dag en dauw rijmen op elkaar, want ze beginnen allebei met de letter d. Het is halfrijm, de beginmedeklinkers van deze woorden zijn hetzelfde. (alliteratie)
2. Hij zit op de wip zit en wip rijmen, omdat de klinkers rijmen. (assonantie)