8. 7 feb: argumentatieschema (H21)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • Mededeling
  • Startopdracht
  • Huiswerk bespreken
  • Les 21: argumentatieschema/label

Vandaag vrijdag 7 februari:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Mededeling

  • Hoe ver ben je met lezen? 

  • Zorg ervoor dat je over twee weken (19 feb) ongeveer op de helft van je boek bent. 

  • Waarom? Omdat je je dan kunt voorbereiden op de troublespeech. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht


  • Teken een argumentatiestructuur uit waarin een onderschikkende argumentatie zitten bij het standpunt: 
  • Het eerste uur op school zou om 11.00 uur moeten beginnen. 

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

Stijlfiguren:
paradox
retorische vraag
hyperbool
repetitio
drieslag

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering
  • paradox
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
  • drieslag
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
  • retorische vraag
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
  • hyperbool
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
  • repetitio
13. Deze tas weegt tonnen!
  • hyperbool
14. Ze is mooi, slim en charmant.
  • drieslag

Huiswerk bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je leert drie soorten argumentatieschema's onderscheiden. 
  2.  Je leert hoe je bij elk schema de juiste kritische vragen kunt stellen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H. 21 argumentatieschema's

Wat is een arugmentatiestructuur?
Wat is een argumentatieschema?
  • Het verband tussen het argument en het standpunt.

Maak aantekeningen!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
1. Kenmerken
  • kenmerken
  • voorbeelden
  • voor- en nadelen
Kritische vraag: 
  • Is het wel kenmerkend?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
2. Vergelijking
  • vergelijking 

Kritische vraag:
  • Zijn er ook verschillen? Zijn die groter dan de overeenkomsten? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
3.  Causaliteit 
  • oorzaak en gevolg
  • doel-middelrelatie

Kritische vraag: 
  • Leidt de oorzaak wel tot het gevolg?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan beter een elektrische auto kopen, die zijn milieuvriendelijker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
2. Welk argumentatieschema herken je?
3. Welke kritische vraag hoort bij dat schema?
4. Wat is het antwoord op de vraag?
timer
6:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan beter een elektrische auto kopen, die zijn milieuvriendelijker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
  • Je kan beter een elektrische auto kopen [standpunt], die zijn milieuvriendelijker [argument].
2. Welk argumentatieschema herken je?
  • Kenmerk
3. Welke twee kritische vragen kun je bedenken? 
  • Is het wel zo dat een elektrische auto milieuvriendelijker is? 
4. Wat is het antwoord op de vraag?
  • Deze vraag kun je beantwoorden door het uit te zoeken of door al veel kennis over het onderwerp te hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je geen zonnebrand gebruikt, loop je het risico op huidkanker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
2. Welk argumentatieschema herken je?
3. Welke kritische vraag hoort bij dat schema?
4. Wat is het antwoord op de vraag?
timer
6:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je geen zonnebrand gebruikt, loop je het risico op huidkanker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
  • Zonnebrand voorkomt huidkanker [standpunt], gebruik daarom zonnebrand [argument] 
2. Welk argumentatieschema herken je?
  • oorzaak-gevolg (causaliteit)
3. Welke twee kritische vragen kun je bedenken? 
  • Leidt de oorzaak (zonnebrand) wel tot het gevolg (geen kanker)?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken? Bijv. gezond eten? Of uit te zon blijven? 
4. Wat is het antwoord op de vraag?
  • Deze vraag kun je beantwoorden door het uit te zoeken of door al veel kennis over het onderwerp te hebben

Slide 15 - Tekstslide

tot hier gekomen
Communiceren doe je samen 2
Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 4 op pg. 102.

Schrijf de antwoorden in je schrift. 
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Ga aan de slag met opdracht 3 en 4.

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
Argumentatiestructuur:
1. Kenmerken
2. Vergelijking
3. Causaliteit

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies