Blok 4 - week 4 - les 1

categorie 14 
's woord
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 37 min

Onderdelen in deze les

categorie 14 
's woord

Slide 1 - Tekstslide

Typ 2 woorden met de -ei-
en 2 woorden met de -ij-

Slide 2 - Woordweb

Aan welk woord kun je zien in welke tijd de zin staat?
"Jan gaat nog een keer naar het zwembad. "

Slide 3 - Open vraag

In welke tijd staat de zin?

Levi had veel fruit op.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 4 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin?

Marieke vertrekt naar Den Haag.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 5 - Quizvraag

In welke tijd staat de zin?

Wanneer liep Hanna naar Tess toe?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

welke 's woorden
ken je nog?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Wat is GEEN goed 's woord?
A
's zomers
B
's dinsdags
C
's zaterdags
D
's werelds

Slide 9 - Quizvraag

Wat is GEEN goed 's woord?
A
's winters
B
's maandags
C
's avonds
D
's woensdag

Slide 10 - Quizvraag


Slide 11 - Open vraag


Slide 12 - Open vraag


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag

Typ de volgende woorden:
's zomers
's woensdags
's winters
's avonds

Slide 17 - Woordweb