Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3. Grammar: adjectives-adverbs
Welcome to English class!
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome to English class!
Slide 1 - Tekstslide
Adjectives & Adverbs
Learn new grammar:
Adverbs and adjectives
Goal:
After this lesson you will know how to use adverbs and adjectives
You will know what the difference is
You can use both forms in a sentence
Slide 2 - Tekstslide
Adjective
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over:
Adverb
Bijwoord
Zegt iets over:
Slide 3 - Tekstslide
Adjective
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over:
Zelfstandig naamwoord
Adverb
Bijwoord
Zegt iets over:
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
Slide 4 - Tekstslide
Adjective
England is beautiful.
Sjoerd is very nice.
Sanuyan is a slow driver.
Adverb
You speak English beautiful
ly
.
Indy asked nice
ly
.
Sara drives real
ly
slow
ly
.
Slide 5 - Tekstslide
Adverbs
Adverbs maak je dus door "
ly"
achter een adjective te plakken.
Maar, let op! Er zijn spellingsuitzonderingen.
slow > slow
ly
beautiful > beautiful
ly
funny > funn
ily
happy > happ
ily
enthusiast
ic
> enthusiastic
ally
Slide 6 - Tekstslide
Adverbs
Er zijn ook een paar onregelmatige adverbs die je moet kennen.
good > well
hard > hard
fast > fast
Slide 7 - Tekstslide
adjective or adverb
Tijdens dit onderdeel ga jij kijken of je het juiste bijwoord of bijvoeglijk naamwoord weet te vinden.
Slide 8 - Tekstslide
Nigel drives a _____ car.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 9 - Quizvraag
Demi leaves the room _____.
A
quick
B
quickly
Slide 10 - Quizvraag
Dominique is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly
Slide 11 - Quizvraag
Ruben opens his books _____.
A
fast
B
fastly
Slide 12 - Quizvraag
Olaf always wears _____ clothes.
A
nice
B
nicely
Slide 13 - Quizvraag
D'Rachell lives in a _____ house.
A
big
B
bigly
Slide 14 - Quizvraag
Jelle eats his sandwich _____.
A
fast
B
fastly
Slide 15 - Quizvraag
Esmanur has _____ eyes.
A
good
B
goodly
Slide 16 - Quizvraag
Fee speaks English very _____.
A
good
B
well
Slide 17 - Quizvraag
Jacco has a _____ bag.
A
pretty
B
prettily
Slide 18 - Quizvraag
Dave works very _____.
A
quick
B
quickly
Slide 19 - Quizvraag
Vincent is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly
Slide 20 - Quizvraag
Reflection
Today you:
have learned about adjectives and adverbs
know the difference between adjectives and adverbs
You are able to use adjectives and adverbs yourself
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3. Grammar: adjectives-adverbs
April 2024
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
adjectives-adverbs
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Revision Theme 1 & 2 (Stepping Stones 2BK)
Maart 2021
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2VE Adjectives + Adverbs
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Lesson 3 - 8.2 Emotions (adverbs and adjectives)
September 2019
- Les met
19 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Intro Chapter 2 - 2D
September 2021
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
3. Grammar: adjectives-adverbs
Juni 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
3. Grammar: adjectives-adverbs
Mei 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2