T2H1 Iedereen gelijk voor de wet

T2H1 Iedereen gelijk voor de wet
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

T2H1 Iedereen gelijk voor de wet

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Zijn er bij jou thuis afspraken/regels rond schermgebruik?
ja
nee

Slide 3 - Poll

Zijn er bij jou thuis afspraken rond uitgaan/ afspreken met vrienden?
ja
nee

Slide 4 - Poll

Zijn er in je klas afspraken/regels?
ja
nee

Slide 5 - Poll

klasgesprek

Slide 6 - Tekstslide

Met welke regel uit het schoolreglement ben jij het niet eens?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn de gevolgen als je de regels niet naleeft?

Slide 8 - Open vraag

klasgesprek

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

  1. Wat wordt er bedoeld met: "Minderjarigen zijn handelings-onbekwaam?
  2. Wat wordt er bedoeld met: "Minderjarigen zijn proces-onbekwaam?
  3. leeftijdsladder
  4. Noteer in jouw eigen woorden de betekenis van rechtsregels. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wetten zijn voor iedereen (burgers en overheid).
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 19 - Quizvraag

Wetten zijn alleen voor burgers?
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 20 - Quizvraag

Wetten beschermen tegen onrecht?
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 21 - Quizvraag

Je mag je mening vrij uiten.
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 22 - Quizvraag

De rechtbank en rechters zijn afhankelijk van wie de leiding heeft.
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 23 - Quizvraag

De rechtbank en rechters zijn onafhankelijk.
A
kenmerk
B
geen kenmerk

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het belang van rechtsregels voor de samenleving?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Je gaat niet in badkleding naar een begrafenis
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 27 - Quizvraag

Je helpt mensen in nood.
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 28 - Quizvraag

Je zegt 'alsjeblieft' en 'dankjewel' als je iets geeft of krijgt.
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 29 - Quizvraag

Je staat jouw plaats in de bus af aan iemand die moeilijk ter been is.
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 30 - Quizvraag

Je mag niet door het rood rijden.
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 31 - Quizvraag

Je moet jouw licht aanzetten als je in het donker fietst.
A
morele regel
B
rechtsregel

Slide 32 - Quizvraag

Huistaak
  1. Wat is een jeugddelict?
  2. Met wie krijg je te maken als je verdacht wordt van een jeugddelict?
  3. Wat kan de jeugdrechter beslissen in een ernstige situatie?
  4. Verklaar: Jongeren kunnen door de jeugdrechter uit handen worden gegeven.

Slide 33 - Tekstslide

  1. Wanneer ben je slachtoffer van een misdrijf?
  2. Wat is de eerste stap die je moet ondernemen als je slachtoffer bent van een misdrijf?
  3. Een diefstal verjaart na 5 jaar, wat betekent dat?
  4. Waar kun je als slachtoffer hulp zoeken? 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

zie handboek p. 42

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link