H2 Quiz Reformatie
1. Aan de top van de hiërarchie van de katholieke kerk staat...
A
De vorst van Saksen
B
Johannes Calvijn
C
De paus
D
Maarten Luther
1 / 10
Onderdelen in deze les
1. Aan de top van de hiërarchie van de katholieke kerk staat...
A
De vorst van Saksen
B
Johannes Calvijn
C
De paus
D
Maarten Luther
Slide 1 - Quizvraag
2. De Sint Pieterbasiliek in Rome is gebouwd met geld dat verdiend is met de verkoop van aflaten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
3. Dit was GEEN kritiek van Luther op de katholieke kerk
A
De macht van de paus
B
De predestinatieleer
C
De handel in aflaten
D
De verering van heiligen
Slide 3 - Quizvraag
4. Dit is een protestantse kerk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
5. Johannes Calvijn vond...
A
... dat predikanten de baas van de kerk waren
B
... dat je tegen een vorst in opstand mocht komen
C
... dat de plaatselijke vorst de baas van de kerk was
D
... dat je met hulp van de paus in opstand mocht komen tegen een vorst
Slide 5 - Quizvraag
6. Welke uitspraak is waar?
A
Luther was tegen het celibaat en vond dat katholieken zich er niet aan hoefden te houden
B
Luther was tegen het celibaat, maar vond dat katholieken zich er wel aan moesten houden
C
Luther was voor het celibaat, maar hield zich er zelf niet aan
D
Luther was voor het celibaat en hield zich er ook aan
Slide 6 - Quizvraag
7. Wat is de betekenis van het begrip 'ketter'?
A
Mensen die nog nooit van God gehoord hebben
B
Een ander woord voor katholieken
C
Katholieke priesters die zich niet aan het celibaat houden
D
Mensen die zich verzetten tegen de katholieke kerk
Slide 7 - Quizvraag
8. Een aflaat is ...
A
Een brief waarmee je je straf in het hiernamaals afkoopt
B
Een brief waarin je je zonden bekent
C
Een gebed waarmee je je straf in het hiernamaals afkoopt
D
Het toestaan van zondig gedrag
Slide 8 - Quizvraag
9. Welke groep hoort NIET bij het protestantisme?
A
Lutheranen
B
Katholieken
C
Protestanten
D
Calvinisten
Slide 9 - Quizvraag
10. Op de Rijksdag in Worms (1521) ...
A
... kwamen alle Duitse vorsten samen
B
... bekeerde Luther zich tot het katholieke geloof
C
... verdedigde Luther zijn 95 stellingen tegenover de keizer
D
... bekeerde keizer Karel V zich tot het protestantse geloof
