4GM H.O. Hoofdstuk 1 Laatste deel

4GM H.O. Hoofdstuk 1 Laatste deel
4GM laatste deel paragraaf 1: 
Het parlement en haar taken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4GM H.O. Hoofdstuk 1 Laatste deel
4GM laatste deel paragraaf 1: 
Het parlement en haar taken

Slide 1 - Tekstslide

Mag je alles zeggen in Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vrijheid van meningsuiting is 1 grondrecht. Noem er nog één

Slide 4 - Open vraag

Eerste Kamer
Tweede Kamer

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de verzamelnaam voor de partijen die niet in de coalitie zitten?

Slide 6 - Open vraag

Begrippen uit deze les. 

1. controlerende taak
2. wetgevende taak
- Recht van budget
- Recht van enquête
- Recht van interpellatie
- Recht van amendement
- Recht van initiatief 

Slide 7 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

1. wetgevende taak
2. controlerende taak


Slide 8 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

1. Wetgevende taak
- Recht van Amendement
- Recht van Initiatief
2. controlerende taak


Slide 9 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

1. Wetgevende taak
- Recht van Amendement = Leden van de Tweede Kamer mogen een wetsvoorstel van een minister wijzigen of aanvullen
- Recht van Initiatief = tweede kamerleden mogen zelf een wet voorstellen



Slide 10 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

1. Wetgevende taak

Deze twee rechten heeft alleen de tweede kamer



Slide 11 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

2. Controlerende taak
Het parlement controleert de regering. Doet die wel wat kan en mag??? 
Daar horen 3 rechten bij. 



Slide 12 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

2. Controlerende taak
- Recht van budget = 
Ministers moeten het parlement vertellen waar zij hun geld aan uit geven. 
-
Recht van interpellatie = 
Het parlement mag de minister om informatie vragen



Slide 13 - Tekstslide

Taken van het Parlement 
=taak van de 1e en 2e kamer 

2. Controlerende taak
- Recht van Enquete =
Het parlement kan, buiten de minister om, een onderzoek laten doen naar iets. 

Deze 3 rechten hebben de 1e EN 2e kamer!



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

ALLEEN TWEEDE KAMER
EERSTE KAMER & TWEEDE KAMER
Initiatiefrecht
Amendementsrecht
Interpellatierecht
Enquêterecht
Budgetrecht

Slide 16 - Sleepvraag

CONTROLERENDE TAAK TWEEDE KAMER
WETGEVENDE TAAK TWEEDE KAMER
recht van interpellatie
recht van enquête 
recht van amendement
budgetrecht
initiatief recht 
stemrecht 

Slide 17 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde
De Tweede Kamer bespreekt het wetsvoorstel van de minister.
De Eerste Kamer keurt het wetsvoorstel goed.
Een minister stuurt het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer stemt over het wetsvoorstel.

Slide 18 - Sleepvraag

Hieronder staan drie gebeurtenissen die te maken hebben met rechten van de Tweede Kamer:
Geef per gebeurtenis aan om welk recht van de Tweede Kamer het gaat. 
Let op! Er blijft één recht van de Tweede Kamer over.
Vier rechten van de Tweede Kamer:
In 1887 deed de Tweede Kamer een onderzoek naar de werking van
de wet op de kinderarbeid van 1874.
In 1903 werd door enkele leden van de Tweede Kamer een
wetsvoorstel ingediend voor de invoering van het algemeen kiesrecht
In 1919 werd de begroting van het ministerie van Marine door de
Tweede Kamer afgekeurd.
het recht van interpellatie
het recht van initiatief
het recht van enquête
het budgetrecht

Slide 19 - Sleepvraag

Staatsinrichting 
van Nederland

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord
C

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat het gaat om de controlerende taak (of een omschrijving daarvan).

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat de regering (voor het handelen van de koning) niet de ministeriële verantwoordelijkheid wilde dragen.

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord
C

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Dit besluit past niet bij de politieke uitgangspunten van de liberalen, want liberalen willen zo min mogelijk overheidsinvloed (op economisch gebied) / zoveel mogelijk vrijheid voor/invloed van bedrijven.

óf

Dit besluit past wel bij de politieke uitgangspunten van de liberalen, want de overheid moest volgens de liberalen (in de nachtwakersstaat) zorgen voor primaire zaken als veiligheid, wegen en infrastructuur (zoals een telefoonverbinding).

Opmerking
Alleen als na een keuze een juiste, bijpassende verklaring volgt, mag 1 scorepunt worden toegekend.

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord
A

Slide 26 - Tekstslide

Antwoord
Voorbeeld van een juist antwoord is:
  •  De feministe wilde duidelijk maken dat Nederland (internationaal) achterloopt (op het gebied van vrouwenemancipatie) 1 punt
  • Haar politieke doel is dat ook in Nederland vrouwenkiesrecht wordt ingevoerd 1 punt

Slide 27 - Tekstslide

Antwoord
Bij zin 1 hoort d (= officier van justitie). 
Bij zin 2 hoort a (= advocaat). 
Bij zin 3 hoort b (= getuige). 
Bij zin 4 hoort e (= rechter). 

indien vier antwoorden juist 2 
indien drie antwoorden juist 1 
indien minder dan drie antwoorden juist 0

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord
B

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord
budgetrecht / begrotingsrecht

Slide 30 - Tekstslide

Antwoord
het recht van interpellatie (of een omschrijving daarvan) / het recht om de regering te controleren

Slide 31 - Tekstslide

Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat de Eerste Kamer/de leden van de Eerste Kamer (indirect/getrapt) gekozen wordt/worden door de Provinciale Staten/de leden van de Provinciale Staten.

Slide 32 - Tekstslide